Neerlandia. Jaargang 54

Hoofdbestuur

Het Hoofdbestuur zond op 26 April 1950 de volgende brief aan de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen:

Het Hoofdbestuur van het Algemeen Nederlandsch Verbond heeft de eer Uwe Excellentie, met het oog op zijn velerlei arbeid ten bate van de Nederlandse stam in Nederland Vlaanderen, Zuid-Afrika, Indonesië, Suriname en de Nederlandse Antillen, de Verenigde Staten van Noord-Amerika en voorts overal, waar Nederlands sPrekenden wonen, te verzoeken een subsidie over het jaar 1951 te willen verlenen.

Ten einde Uwe Excellentie de gelegenheid te bieden zich op de hoogte te stellen van het werk van het Algemeen Nederlandsch Verbond in het afgelopen jaar worden hierbij gevoegd:

a.	het jaarverslag over het jaar 1949;
b.	het jaarverslag van de afdeling Boekverspreiding;
c.	de begroting voor het jaar 1950.

Met verschuldigde gevoelens van eerbied verblijven wij Het Hoofdbestuur van het A.N.V. (get. door Voorzitter en Secretaris)

Het antwoord op dit verzoekschrift van 15 Juni 1950 luidt:

Naar aanleiding van nevenvermelde brief deel ik U mede, dat, gelijk U bekend is, bij de samenstelling van de begroting van mijn Ministerie voor het jaar 1950 ik om bezuinigingsredenen mij genoodzaakt heb gezien de subsidiepost voor het Algemeen Nederlands Verbond te schrappen. Aangezien 's-lands financiële toestand nog steeds tot de grootste zuinigheid noopt, is het mij tot mijn leedwezen niet mogelijk gelden beschikbaar te stellen voor subsidiëring van Uw verbond.

De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen get. Th. Rutten.

Opm. van de Redactie: Men leze met aandacht het artikel van Kr. over: Onnut besteed geld en werk voor verdwenen mogelijkheden.