** ‘De vrijheid van een volk is het hooghouden van zijn geest’.
In een plechtige bijeenkomst van de leden van het Prins-Bernardfonds, waartoe ook tal van vooraanstaande Nederlanders waren uitgenodigd, werd aan de oudvoorzitter van het Algemeen Nederlandsch Verbond, de heer P.J. de Kanter, de zilveren anjer uitgereikt.
Deze uitreiking geschiedde door Zijne Koninklijke Hoogheid, Prins Bernard, die regent van het Fonds is, zelf en had plaats in de stijlvolle bestuurskamer van de Nederlandsche Handel-Maatschappij te Amsterdam.
Op, door grote menseljkheid en treffende eenvoud, aangrijpende wijze verrichtte de Prins deze handeling.
Voor ieder der onderscheidenen, de heren J.H. van Heek, P.J. de Kanter, A.J. Th. Thyssen en J.v.d. Wielen had Zijne Koninklijke Hoogheid een persoonlijk en passend woord, dat grote indruk op de aanwezigen maakte.
Het Hoofdbestuur van het A.N.V., vertegenwoordigd door zijn Voorzitter en zijn Secretaris, ontving van de Prins mede diens gelukwensen.
Wij hebben ons verheugd in deze onderscheiding voor onze Oud-Voorzitter en zijn dankbaar, dat hierdoor de betekenis van het A.N.V. voor de Nederlandse cultuur een openlijke en door het A.N.V. zeer op prijs gestelde erkenning heeft ontvangen.
Temeer, nu, gelijk uit dit nummer van Neerlandia weer blijkt, hoe onze Regering helaas de betekenis van het A.N.V. niet groot genoeg schijnt te achten om het voor de vele vrije, belangeloze en ongesalarieerde arbeid ook maar een geringe financiële steun te verlenen.
Toch is hier een Nederlandse zaak van groot belang in het geding.
Het gaat om ‘de Nederlandse geest’.
En onze Regering moge zich de aan Horatius Epistolae ontleende spreuk van de uitgereikte zilveren anjer in het geheugen prenten: ‘Tua res agitur’.
Misschien wil Zij dan tevens letten op de daarop volgende woorden: ‘paries cum proximus ardet’.
Hoe ernstig het gevaar, in die woorden verholen, al is, moge Zijzelf beslissen.
Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd