En ziehier de derde brief geschreven uit Vernon de 25ste April 1949.
In mijn laatste brief schreef ik over ons verblijf in Irma gedurende de zomermaanden en de herfst.
Intussen is er al weer een half jaar verstreken, en dit bracht voor ens weer heel wat veranderingen met zich mee. Maar ik zal niet vooruit draven ,en beginnen waar ik gebleven was.
Zo gingen we dan met nog steeds stralend herfstweer toch langzaam maar zeker de winter tegemeet. De mannen bewerkten het land nog; wat bestond uit het schijfeggen van het land, dat dit jaar braak lag. Stoppelploegen doet men daar in de herfst niet, daar de graanstoppel meer sneeuw vasthoudt dan geploegd land.
Maar op zekere dag komt de eigenaar uit Vancouver. Op zichzelf niet zo'n bijzonderheid, maar hij regelt met de bedrijfsleider, dat deze 5 weken naar zijn ouders in Engeland gaat.
En zo blijven we dan een maand alleen op de farm. Mijn man is nu de gehele dag op 't erf bezig; er is nog heel wat aan de veekralen te doen, want deze verkeren niet in een al te beste staat, en zodra het echt winter wordt, moeten de kalveren er in om gemest te worden, waarna ze in 't voorjaar verkocht worden.
Gelukkig laat de winter dit jaar echter lang op zich wachten, eind November wordt het vee pas naar huis gehaald. Voor mijn man is alles natuurlijk volkomen vreemd en nieuw, maar de broer van de bedrijfsleider woont aan de ovorkant van de weg, en helpt met alles een handje mee.
De kalveren worden nu gespeend en komen in de kraal, waar ze twee keer per dag gevoerd worden, een keer per dag kunnen ze drinken bij de watertrog, waarin verwarming, zodat het water niet te erg bevriest.
De koeien komen in een aangrenzend stuk land, worden gevoerd met één wagen of slee stro per dag; als het erg koud is een paar haverschoven erbij. Daar er op het bedrilf niet genoeg stro was, om het vee te voeren, werd er nog heel wat bij gekocht. Dit werd dan elke dag per slee gehaald van de verschillende buren, vaak op een afstand van 10 km.
Het stro blijft hier los op het land liggen op de plaats waar het graan gedorst werd.
Al is er op deze manier dan wel heel wat minder werk dan wanneer het vee binnen zou zijn, toch blijft er nog heel wat werk aan de winkel; maar hoe zou je anders 200 stuks vee met twee man kunnen verzorgen! Daarbij werd ook nog al het ruwvoer voor de kalveren, zoals stro en hooi, gemalen met een hamermolen, wat ook heel wat werk met zich mee bracht.
Uit verschillende brieven, die wij uit Holland ontvingen, blijkt mij, dat men bijzonder nieuwsgierig is naar de levenswijze van de mensen hier in Canada. Hoewel de bevolking hier natuurlijk wel meer uniform is dan in Europa, toch komen hier ook wel degelijk verschillen voor. Zo heeft dan ook alles wat ik schrijf, alleen betrekking op mijn naaste omgeving.
Wel, in de eerste plaats komt dan telkens weer de vraag naar voren: ‘Hoever wonen de mensen uit elkaar?’
Rond Irma is vrij goede grond bijna alle grond is nu in cultuur gebracht. De grootte van de farms varicert van een kwart tot twee vierkante mijlen en zo is de afstand tussen de woningen dan ook een halve tot twee mijl terwijl men meestal niet verder dan 20 mijl van een dorp of stad woont.
Zoals ik al eerder schreef, veel gezelligheid is er in de huizen meestal niet te vinden. Men houdt van uitgaan. Dit bestaat vooral in de lange winteravonden. voornamelijk in het elkander opzoeken, naar de dansavonden en bioscopen gaan. Verder is er ieder dorp of stad een ‘pool-hall’, waar de mannen biljarten, en een ‘curlingrink’, waar iedereen, jong of oud, ‘curled’ gedurende de winter. Dit is een in Holland onbekende sport en moe lijk te beschrijven: er worden een soort stenen over het ijs gegooid, 't heeft wel iets van kegelen. De meest geliefde sport is in de winter natuurlijk ijshockey. Verder vindt men in bijna iedere plaats de ‘beerparlor’ waar men bier kan gebruiken. In gewone café's mag geen drank verkocht worden.
Wanneer men eens op een avond bij elkaar ‘for supper’ komt, begint men meestal met een overvloedig maal. Daarna gaat men kaartspelen. Dit duurt gewoonlijk tot 12 of 1 unr. Dan wordt er een lunch op tafel gezet, en dat is dan 't besluit van de avond. Een bijzonderheid voor Hollanders is in dit land, dat een koekjestrommel niet na 't presenteren van een koekje weer dichtgeslagen wordt, maar dat er bij 't koffiedrinken (men drinkt hier meestal koffie) ruime hoeveelheden koek enz. op tafel gezet worden, waarvan iedereen zich naar hartelust bedienen kan.
De dansavonden worden vaak gehouden in over het gehele land verspreid liggende schoolgebouwen, terwijl ze meestal georganiseerd worden door een van de farmers- of vrouwenverenigingen.
Deze dansavonden worden ook wel eens gehouden voor liefdadigheidsdoeleinden. Naast moderne dansen worden de oude ‘squaredances’, een Amerikaanse volksdans, hier nog steeds in ere gehouden. De mensen zijn hier over 't algemeen nogal muzikaal, bijna in ieder gezin wordt er muziek beoefend. Vooral de ‘old time music’ (cowboy-liedjes) zijn zeer in trek.
Dan zijn er de bioscopen. Hierover zijn wij niet enthousiast. Een goede film wordt er zelden vertoond; wel volgens onze smaak bijzonder slechte; daarbij is de bioscoop dan voor een groot gedeelte gevuld met kinderen, terwijl je moeders, gewapend met de babyfles, er heel gemoedelijk met de baby ziet heenstappen.
Gedurende de zomer worden er z.g. picnics door de farmersunion of vrouwenverenigingen georganiseerd. Hierbij worden vaak baseball en andere balspelen gespeeld, waarvoor prijzen uitgeloofd worden. Een groot evenement gedurende de zomer is hier de wereldberoemde, ‘Stampede’ in Calgary. Duizenden trekken er heen; velen hebben er een jaar sparen voor over. Deze stampede bestaat voornamelijk uit het berijden van wilde paarden, stieren enz. door cowboys, terwijl deze ook nog andere handigheden laten zien.
De vrouwenverenigingen zijn hier zeer actief. Bijna iedere vrouw is lid van tenminste één. De activiteit van deze verenigingen bestaat voornamelijk uit het verzamelen van gelden voor liefdadige doeleinden. De farmers zijn in Alberta georganiseerd in de ‘Farmers-Union’.
Het onderwijs schijnt hier op veel lager peil te staan dan in Holland; vele kinderen ontvangen nog steeds onderwijs in eenmansschooltjes, maar hierin wordt in de laatste jaren gelukkig verbetering gebracht, door de kinderen per autobus naar grotere scholen in dorpen en steden te brengen. Een probleem is hier het gebrek aan onderwijskrachten.
Een bijzonderheid vormt verder de Zondag in dit land; een dag van volkomen rust geen sport, bioscopen, dancings enz.
Maar zo is 't intussen December geworden en we krijgen een zoon. Ik ga daarvoor naar 't hospitaal in Wainwright (dokters komen hier niet aan huis). 't Hospitaal is dit jaar pas in gebruik genomen en mooi en modern ingericht (ook hierin hebben de vrouwenverenigingen een belangrijk aandeel gehad). Het gaat hier genoegelijk toe. Iedereen schijnt iedereen te kennen. Bijzonder aardig was wel dat we van de plaatselijke vrouwenverenigingen een babycadeautje ontvingen.
Sinds de herfst hadden we allerlei plannen 't hoofd gehad. wat we van 't voorjaar wel zouden doen. Hier blijven zou financieel nog wel het beste zijn, al verdienen we hier, gezien we allebei werken, niet veel.
Maar we zouden, nu onze zoon er is, toch wel graag in een eigen huisje wonen. Bovendien wilden we toch nooit in deze streek zelf iets beginnen, en zou het dus eigenlijk weer een verloren jaar zijn om hier te blijven.
Mijn man zou graag zelf beginnen, en we hebben onze zinnen gezet op de streek ten N.O. van Edmonton. Het is daar heel goede grond en we zouden daar met wat groenten aardappelen willen beginnen. Ook voor klein fruit schijnt deze streek geschikt te zijn. In de Universiteitstuinen zagen we prachtige frambozen, bessen enz. Toch blijven de productiekosten in deze streek te hoog.
We rekenen, en met een beetje optimisme kunnen we in 't voorjaar een kleine $ 1000 hebben. Van de staat kun je leningen op lange termijn krijgen, dus zou het practisch mogelijk zijn, om met zo weinig te beginnen.
Maar zoonlief kost heel wat en zo is dat plan, misschien gelukkig, weer van de baan. Wel, we zouden kunnen proberen om in deze streek weer een betrekking te krijgen, dan kunnen we daar alvast eens uitzien voor een volgend jaar. En zo verstrijkt het oude jaar ,en 't wordt Januari. Manlief is al niet zo enthousiast meer over deze Canadese winter. 't Is dit jaar nog maar een erg zachte winter. Zelden beneden 30° C Inderdaad voelt men hier de kou in het tweede jaar veel meer dan in het eerste. Maar als er een koude scherpe wind over de prairies waait, of als het eens flink sneeuwstormt, is het ookgeen pretje om elke dag stro te moeten halen en een paar uur stil op de slee te zitten.
Wat ons al zo vaak eens door 't hoofd gespeeld heeft, lijkt ons nu hoe langer hoe aanlokkelijker toe n.l. naar Brits-Columbia te gaan.
Dus Edmonton maar helemaal van de baan. Te farmen bij een gemiddelde van plm. 90 vorstvrije dagen per jaar, lijkt ons tenslotte ook niet erg aantrekkelijk toe. Verder heb je daar ook te kampen met de droogte, en er komt veel hagelschade voor.
Zo vraagt mijn man bij de Universiteit in Vancouver verschillende bookjes over Brits-Columbia aan, en schrijft naar verschillende arbeidsbeurzen voor een betrekking in 't voorjaar. Van de meeste krijgen we echter al vrij gauw bericht terug, dat er op het ogenblik niets is, wat ons niet zo erg verwondert, want alleen in