Neerlandia. Jaargang 54

Stichting Landverhuizing Nederland
III

Australië

In 1947 werd de mogelijkheid geschapen om Nederlandse boeren in Australië te plaatsen. Alleen ongehuwden en echtparen zonder kinderen konden opgenomen worden, in verband met de grote woningnood. In Februari 1948 ging een 40-tal personen; het heeft tot 11 December 1948 geduurd, voordat weer een transport geregeld was.

Sedert enkele maanden is aan de Australische Legatie te 's-Gravenhage een immigratie-attaché verbonden, mede in verband met het besluit van de Australische Regering om de vergoeding van £ 30 voor transportkosten aan Engelse ex-militairen ook toe te kennen aan Nederlandse oud-militairen en ex-illegalen.

Er bestaat op het ogenblik grote behoefte aan personen die bereid zijn om ieder werk, dat aangeboden wordt, aan te vatten.

In December 1948 zijn ongeveer 750 Nederlanders naar Australië vertrokken, waarvan ongeveer 300 door bemiddeling van de Stichting Landverhuizing Nederland, 250 oud-militairen en ex-illegalen. De overigen reisden op eigen gelegenheid.

De mogelijkheid tot plaatsing van personen in de landbouw zal nog vele jaren onbeperkt zijn.

Nieuw-Zeeland

De regering acht een grotere bevolking van Nieuw-Zeeland nodig.

Er heerst grote woningnood.

Begin 1948 is de landbouw-attaché, verbonden aan de Ned. Legatie te Wellington, het emigratie-werk opgedragen.

Einde 1948 werd de mededeling ontvangen dat een 100-tal ongehuwde boerenzoons kon worden geplaatst. Een 20-tal jongelui vertrok in December. In totaal was een 100-tal Nederlanders aan boord van het s.s. Volendam. De 80 overigen vertrokken naar eigen relaties.

De hoge kosten van vervoer vormen een grote rem.

Nieuw-Zeeland is een land, dat zich bij uitstek leent voor onze landbouwers, aangezien de omstandigheden daar veel overeenkomst vertonen met die in ons land.

Frankrijk

De emigratie naar Frankrijk beweegt zich in hoofdzaak op het gebied van de landbouw. Na afloop van de oorlog waren ongeveer 350 Nederlandse boeren in Frankrijk gevestigd, die daar een bedrijf gekocht, dan wel gepacht hadden.

Voor de vestiging van een bedrijf zijn belangrijke geldsommen nodig.

In de loop van 1947 is met de Deviezen-Commissie een regeling getroffen, waarbij werd goedgevonden een landbouw-inventaris, in hoofdzaak vee, naar Frankrijk over te brengen.

In 1948 is een drietal overeenkomsten met de Franse regering afgesloten.

In 1947 zijn ongeveer 70 boeren met inventaris op bedrijven geplaatst, in 1948 weer 70. Talloze boerenzoons zijn er gaan werken met het oog op een toekomstige vestiging. De Emigratiestichting van de Kath. Ned. Boeren- en Tuindersbond heeft in Z.W.-Frankrijk een landgoed aangekocht, dat als centrum moet dienen voor jonge boeren, die zich in deelpacht op een Frans bedrijf in die omgeving willen vestigen.