Er zijn goede kansen in de metaalnijverheid en in de chemische industrie. Zo maken de hoogovens te IJmuiden om. stalen platen voor de scheepsbouw en stalen balken voor de bouwnijverheid.
Mogelijkheden tot uitbreiding kunnen gevonden worden in de rubberindustrie en de keramische industrie.
Mede moeten de kleinere en middelgrote industrieën bevorderd worden. Deze en het ambacht nemen in het economische leven van Nederland een belangrijke plaats in.
Van het doorzicht, de durf en de samenwerking van ondernemer en arbeider hangt het af, of de nodige nieuwe bedrijven er zullen komen. Dit is de belangrijkste voorwaarde voor het succes van de groei onzer industrie.
Er dienen ook geheel nieuwe bedrijven gesticht te worden.
Door samenwerking tussen Nederlanders en Amerikanen zijn in de afgelopen jaren enkele belangrijke bedrijven tot stand gekomen, o.a. de productie van auto's, autobanden, fittingen, spiraalboren en schrijfmachines.
Al deze plannen voor uitbreiding en verbetering der industrie hebben weinig zin, wanneer er onvoldoende electriciteit, gas, steenkool en olie is om de machines en de installaties te laten werken. In de electriciteits- en gasvoorziening is grote achterstand ontstaan. Uitbreidingsplannen zijn ontworpen.
Vóór de oorlog kwamen er voldoende steenkolen uit de Limburgse mijnen voor het verbruik in het binnenland. Thans zijn kolen uit het buitenland nodig.
De productie van aardolie in Z.O. Drente dekt thans ongeveer 25% van het binnenlands gebruik.
Verder zijn fabrieken nodig. Van 1 Jan. '48 tot 1 Juli '52 zal omstreeks een milliard gulden nodig zijn voor de bouw van fabrieken.
Van belang is de plaats, waar ze zullen verrijzen. De veenstreek in Z.O. Drente zal op de duur niet voldoende werk kunnen geven aan haar bevolking.
Er zijn daar reeds industrieën gevestigd, n.l.: een fabriek van stalen meubelen, een electrotechnische industrie, een kunstzijdebedrijf, een katoenspinnerij.
Steun en voorlichting geeft de overheid o.m. door de Centrale Organisatie voor Toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek (T.N.O.). Hier worden vele en belangrijke technische onderzoekingen verricht. De Rijksnijverheidsdienst behartigt de belangen van de kleinere bedrijven en het ambacht.
Er is samenwerking tussen Nederland, België en Luxemburg, ten einde dubbel werk en onnodige verliezen te voorkomen. Er moet een zekere verdeling van arbeid plaats hebben. Geen vernietigende onderlinge concurrentiestrijd.
Bovenal heeft Nederland in de toekomst vakarbeiders nodig en technici.
Er is reeds een teveel aan administratieve krachten.
De grootste kans van slagen van jong Nederland ligt in de industrie. In de bedrijfsschool, de ambachtsschool, de middelbaar technische school en de technische hogeschool moeten de mensen worden opgeleid.
Van de bevrijding tot eind 1948 werd ongeveer 2,5 milliard gulden aan onze industrie besteed. Beschadigde fabrieken en machines werden hersteld, versleten installaties vervangen, geheel nieuwe bedrijven opgebouwd.
Voorbeelden van na-oorlogse ontwikkeling:
In de chemische industrie b.v. uitbreiding productie kunststoffen (plastic), productie van stikstof (kunstmest), kleurstoffen (verven kleding).
In de textielindustrie: kunstzijde,uitbreiding productie kamgarens en van de jutespinnerijen.
In de metaalindustrie: materiaal voor de plaatverwerkende industrie (scheeps- en machinebouw), gelaste stalen buizen voor gas. Uitvoer naar het buitenland is reeds mogelijk.
Productie van transportmiddelen: fabricage van vrachtauto's.
De Nederlandse industrie is na de bevrijding weer op gang gekomen en vervaardigt allerlei artikelen: rijwielen met hulpmotor, schrijfmachines, lichte motorrijwielen, electrische naaimachines enz., die wij vroeger allemaal in het buitenland moesten kopen, aanhangwagens, electrische treinen.
Aanpakken is dus de boodschap!
Q.