het Vlaamsche element in het Belgische koninkrijk, alle onderdrukkingspogingen ten spijt, meerderheid is gebleven, maar zich als een kleine minderheid laat behandelen en bedriegen. Groote waarheden moeten soms tien-, honderdmaal worden herhaald, alvorens door de massa te worden begrepen, doch eens aanvaard is het, alsof zij steeds tot de mentaliteit van dit volk hebben behoord. Zoo ook in het onderhavige geval.
Bij de jongste aanpassing van het aantal Kamerleden en Senatoren aan de uitslagen van de volkstelling van 1930 is dit zeer duidelijk gebleken en het is met een rustigen, vasten stap, dat de Vlaming nu zijn weg verder op gaat.
In het te Bergen verschijnend katholieke dagblad ‘Le Progrès’ is, vóór enkele weken, geschreven dat het Walenland uitsterft en binnen minder dan een halve eeuw in België niet meer in tel zal zijn. Dit kan juist zijn, indien de met alle middelen doorgedreven verfransching, van de hoofdstad en haar voorsteden niet meer alleen maar van het geheele arrondissement Brussel, kan worden gestuit, wat voor Vlaanderen een kwestie van leven en dood is. Laten wij evenwel de provincie Brabant, voor eenigen tijd, buiten beschouwing dan treden ons zeer welsprekende cijfers tegemoet. Immers, sedert 1930, is de bevolking van de vier Vlaamsche provinciën, in het geheel, met 137.775 zielen toegenomen, terwijl het inwonertal van de vier Waalsche provinciën met 5.420 verminderde. Einde 1934 was de verhouding in België dus: vier Vlamingen tegen drie Walen. Om de vier jaar groeit Vlaanderens bevolking aan met 3.83 pct., terwijl het Walenland met 0.19 pct. achteruitgaat. Wordt dit rythme behouden, dan kan men zich aan de volgende voorspellingen wagen:
|
Vlaanderen |
Walenland |
1934: |
3.729.567 |
2.814.727 |
1950: |
4.334.606 |
2.798.714 |
1962: |
4.851.969 |
2.777.506 |
1974: |
5.431.091 |
2.761.705 |
In deze toekomststatistiek is dan nog met de bevolking van de provincie Brabant geen rekening gehouden. Daar leven ongeveer 1 millioen Vlamingen en 800.000 Walen, verfranschten en vreemdelingen, wat nog ruim 200.000 zielen meer aan Vlaanderen geeft dan aan het Walenland, zoodat, voor geheel België, het Vlaamsche totaalcijfer er door versterkt wordt. Slagen de Vlamingen er echter niet in Brussel, het weze dan met een speciaal statuut ten behoeve van de aldaar gevestigde Walen, voor het Vlaamsche territorium terug te winnen, dan zal het overwicht, in deze provincie, binnen weinige jaren al, door den toevoer van franskiljonsche, ontvlaamschte individuen, naar het Waalsche element overgaan en ook de Vlaamsche meerderheid in de andere provinciën van het rijk beginnen aan te tasten. Men ziet dus hoe broodnoodig het is, ten spoedigste, de laatste overblijfselen van het Vlaamsche minderwaardigheidscomplex op te ruimen en het Brusselsche vraagstuk aan te pakken. Het Vlaamsche volk moet zich gereed maken om het op onrechtvaardige wijze ontfutselde gebied, waar de Belgische taalwetten op de meest schaamtelooze wijze onder den voet worden geloopen en de Vlaming als een derde- of vierde-rangsburger wordt behandeld, weer in bezit te nemen. Zelfs indien Brussel nooit Vlaamsch geweest en gedeeltelijk gebleven was, zou hij toch nog het recht hebben meer dan de 4/7 van de gemeenschappelijke hoofdstad voor zich op te eischen.
Het, gelukkig, stervende minderwaardigheidscomplex in Vlaanderen en de in gelijke mate groeiende Vlaamsche fierheid staan er borg voor, dat deze eisch: de erkenning van het Vlaamsche overwicht, ook in de hoofdstad van het rijk, eerder dan velen verwachten, zal worden gesteld. Maar dat is niet voldoende; hij moet worden doorgedreven en dit kan alleen maar, wanneer de Vlamingen weten wat zij willen, het eensgezind willen en zich weer niet eens door onbenullige politieke twisten of gepraat en geschrijf van treurige, voor hun verdeelerswerk betaalde individuen, van de wijs laten brengen.
Eendracht maakt macht!