Vlaanderen
Voor ons beschaafd Nederlandsch
Bijna even oud als de Vlaamsche beweging is ook het streven naar het gebruik, in de Vlaamsche gewesten, van een meer beschaafde omgangstaal dan het van plaats tot plaats verschillend Vlaamsch, Brabantsch of Limburgsch dialekt. Geen strijder voor de ontvoogding van het Vlaamsche volk, of hij heeft op de noodzakelijkheid van een dergelijk ‘algemeen beschaafd’, als middel tot ontwikkeling van dit volk, gewezen. Doch slechts sedert het begin van de huidige eeuw hebben al de Vlaamsche intellektueelen het benoorden Moerdijk in zijn zuiversten vorm gebruikte Nederlandsch, als norm voor dit ‘algemeen beschaafd’ aanvaard. Hippoliet Meert en O. de Gruyter zijn de werkdadigste verspreiders ervan geweest en aan hun invloed, in de allereerste plaats, is het te danken indien reeds zoovelen in Vlaanderen onze taal, in haar zuiversten geschreven en gesproken vorm, weten te hanteeren. Toch blijft het gebruik van de dialekten, niet alleen in den huiselijken kring maar tot zelfs in de onderwijskringen, de Universiteit niet uitgesloten, nog veel te welig tieren. Vlaamsche studenten, die zich zouden dood vechten voor het recht van hun taal en hun Volk, praten vaak, na de lessen of de bondsvergaderingen, onder elkaar het platste West- of Oost-Vlaamsch, Antwerpsch, Brusselsch of Limburgsch. In de kantoren van de rijks-, gemeenteen provinciediensten valt op dit gebied ook nog heel wat te verbeteren en het is dan ook met voldoening dat, vermoedelijk als gevolg van de werking der Vereeniging voor beschaafde omgangstaal, op het rondzenden, door het bestuur van den telefoondienst, van een dienstbevel betreffende het taalgebruik mag worden gewezen. In dezen rondzendbrief, bestemd voor de kantoren in het Vlaamsche land, vestigt het bestuur van den telefoondienst de aandacht van het personeel op het feit, dat het gebruik van het algemeen beschaafd Nederlandsch als stelregel dient aanvaard voor de mondelinge betrekkingen tuschen de leden van dit personeel, terwijl in
beginsel ook met het publiek beschaafd Nederlandsch dient te worden gesproken. Alleen wanneer het duidelijk mocht zijn, dat de abonné enkel de gewesttaal machtig is, mag nog dialekt worden gesproken.
Het zou zeker geen kwaad kunnen, indien deze rondzendbrief door al de departementen en openbare diensten werd overgenomen. Voor het departement van openbaar onderwijs zou dit, in de allereerste plaats, van groot nut kunnen zijn.