hij in 1492 de eilandjes, die hij het eerst aandeed, voor Ante-ilba aanzag, d.w.z. voor-eiland, dat aan Japan en China vooraf moest gaan. Vandaar de naam Antilia of Antilla. Dat Columbus niet de eerste Europeaan is geweest, die voet aan wal zette in de ‘nieuwe wereld’, kan men nalezen in Van Balens vluchtige aanteekeningen over ‘Middeleeuwsche legenden over de Antillen’.
Uit den aard der zaak zullen de Nederlandsche lezers vooral belang stellen in de hoofdstukken over Suriname en zijn buren, Curaçao, de Caribische viersprong en de Zijsprong naar Aruba, die voor den kenner van onze West wel geen nieuws bevatten, maar juist voor den toerist net genoeg om zijn weetgierigheid en belangstelling te prikkelen.
Jammer, dat enkele onnauwkeurigheden het overzicht ontsieren. Zoo heeft Abraham Crijnssen niet in 1670 maar in 1667 Suriname veroverd, in de regeeringswijk van ‘het knusse Paramaribo’ staan wel een paar 18de eeuwsche gebouwen van baksteen, maar geen ‘stadhuis’, en dat ‘elk’ huis er een balkon heeft met een fleurig bloemenrekje, is te veel gezegd. Enkele drukfouten, als Poetepantje (een brug) voor Poelepantje en Parrarrivier voor Pararrivier, zullen we nu maar niet te streng aanrekenen. Bij het wijzen op den ouden zeemuur langs den oever, wanneer de mailboot Georgetown (Demerara) nadert, had wel mogen worden vermeld, dat die muur door den Nederlander Hora Siccama is gebouwd.
Misschien kan een en ander worden verbeterd en aangevuld in een tweeden druk, dien wij stellig van dit in onderhoudender trant geschreven werkje verwachten, dat den prijs van f 1.50 ten volle waard is. Moge het beantwoorden aan zijn doel: Nederlanders en stamverwanten een gids te zijn voor de nog veel te weinig bekende en bezochte Nederlandsche gebiedsdeelen in West-Indië.
v.S.
Neerlandia in zijn nieuwen vorm lijkt ons zeer geschikt om het aan een vriend of kennis ter lezing te geven; wellicht leidt dit tot het werven van een nieuw lid!