geven: dat Mohammed niet altijd naar den berg kon gaan, maar dat op zijn tijd de berg ook bij Mohammed wel eens bezoek placht te brengen; en toen het bestuur der W.B.-Vereeniging op deze gedachte inging en Gent uitverkoor als verzameloord der algemeene vergadering 1934, besloten die Vlaamsche leden (en met hen de vereeniging van ‘Vrienden van het Vlaamsche Boek’) eens te bewijzen dat zij dit schoone gebaar der bestuursleden op prijs stelden; zij zetten voor de ontvangst der Hollanders een programma in elkaar, dat klonk als een klok. En zoo zag men op den vooravond der bijeenkomst in de groote, prachtige, oude Pacificatie-zaal ten Stadhuize te Gent bestuursleden, Vlaamsche en Hollandsche leden dezer vereeniging naar binnen schrijden onder de tonen van plechtig orgelspel. De schepen van Schoone Kunsten der stad Gent, de heer Cnudde sprak dien avond zijn ingenomenheid uit met het feit dat de W.B.-Vereeniging het oude Gent tot vergaderplaats had gekozen, en de voorzitter der vereeniging de heer Johan Vorrink bedankte hem voor zijn hartelijke woorden; de directeur der Wereldbibliotheek, Dr. P. Endt, voegde er den wensch aan toe, dat ook de regeering te Brussel op dezelfde wijze als heden de stad Gent nog eens zijn sympathie en liefde zou betuigen voor de allen aanwezigen dierbare gedachte: de verspreiding van goede en goedkoope lectuur door heel Vlaanderen!
Dienzelfden avond werd nog een bezoek gebracht aan het nieuwe museum voor Folklore, alwaar een oud-Gentsch poppenspel alle lachers op zijn hand wist te krijgen. De echte Gentenaren weten, welke typische vermaken en schilderachtige hoeken en gaten zij aan uitheemsche lieden moeten laten zien. De eerste dag werd besloten met een hoffelijk aangeboden voordrachtavond welke verzorgd was door de Rederijkerskamer ‘de Fonteyne’: muzikale en literaire ontspanning van uitmuntend gehalte.
Den volgenden dag, op de eigenlijke vergadering, deelde de voorzitter mede dat het Bestuur er naar streefde de vergaderingen der W.B.-Vereeniging voortaan om het andere jaar in Vlaanderen te doen plaats hebben. Voorts werd vastgesteld welke gratis boekwerkpremiën de leden dit najaar zouden ontvangen. De bijeenkomst werd opgeluisterd door een lezing van het Vlaamsche hoofdbestuurlid der W.B.-Vereeniging, Prof. Paul De Keyser over de oude architektuur der stad, een voordracht die door fraaie lichtbeelden werd afgewisseld. Het weer was echter mooi genoeg om na afloop van deze leerzame woorden het gesprokene in de stad zelf te gaan controleeren. Prof. De Keyser was zoo welwillend daarbij als gids te fungeeren. Voor den middag stond museum-bezoek op het program, terwijl de dag besloten werd met een bezoek in reiswagen aan Deurne, Astene, Sint Martens-Laathem aan de Leie. Hier waren de vrienden der Vlaamsche letterkunde op klassieken bodem: hoevele schilders en dichters hebben niet hier aan de Leie gewerkt! De eerste boeken der jongere Vlaamsche literatuur (uit de ‘Van nu en straks’-periode) ........waren zij niet gedrukt op de handpers van Jules de Praetere te Sinte Martens Laethem aan de Leie? Heeft niet Karel van de Woestijne hier zijn gedichten geschreven - en van zijn schoonste! - heeft niet de schilder Emile Claus hier zijn werkplaats gehad? Naar deze laatste werkplaats (tevens zijn laatste rustplaats) deden de Vlamingen en hun gasten een bedevaart, om er onder de bekoring te raken van Emile Claus' forsch, blond eeuwig jong schilderstalent en van de droomerige landelijke omgeving: de intieme tuin, waar zich ook de door den beeldhouwer Georges Minne ontworpen graftombe bevindt.
Op de voormalige werkplaats van Cyriel Buysse, een hoogst eigenaardige wel dertig meter hooge ‘éénkamerwoning’ met verrukkelijk uitzicht op hemel en aarde, werd men vervolgens ontvangen door Buysse's oudste zoon en diens echtgenoote, die tal van bizonderheden uit het leven van den grooten romanschrijver hier hebben bewaard en behoed. Het avondmaal werd gebruikt bij den schilder Evariste de Buck en menige hartelijke dronk op de wederzijdsche vriendschap van Noord en Zuid hebben de muren van De Buck's ‘Cabaret Breughel' mede aangehoord.
Het scheidingsuur vulde zich met den kreet: tot weerziens! Het volgende jaar in Nederland ..........over twee jaar opnieuw in Vlaanderen. Zoo spraken en zoo dachten allen die het woord van Dr. L. Simons, den stichter der Wereldbibliotheek begrepen hebben: zelfontplooiïng, zelfverruiming, zelf-verdieping. Rustelooze toewijding aan een doel van algemeen nut. Voor geen moeilijkheid terugwijken!