Groepsvergadering en Groepsdag op 30 Juni 1934.
Beide bijeenkomsten waren belegd in de gezellige ‘stalkamer’ van de Theeschenkerij De Hoogwerf (Marlot) te 's-Gravenhage. Op de groepsvergadering, welke in de ochtenduren werd gehouden, waren 14 afdeelingen vertegenwoordigd, terwijl mede 35 Hoofdbestuur- en gewone leden aanwezig waren.
In zijn openingswoord herdacht de voorzitter, de heer J.N. Pattist, den onlangs overleden voorzitter van de afd. Amersfoort, den heer A.F. van Beurden, die veel gedaan heeft om die afdeeling weder op gang te brengen. Vervolgens werd de propaganda besproken, waarbij eerst de heer K.E. Oudendijk (lid van het groepsbestuur) het woord voerde en in een welsprekend betoog de taak van het A.N.V. uiteenzette, zoowel in Nederland, als in Vlaanderen en in Zuid-Afrika, zonder zich echter te mengen in de binnenlandsche aangelegenheden van de beide laatstgenoemde landen. Spreker eindigde met de opwekking dat het A.N.V. moet blijven strijden voor eigen taal, eigen werk, eigen aard en het handhaven van zijn oude leus: ‘Met raad en daad voor volk en stam’.
Drs. W. Goedhuys (administrateur A.N.V.), die de praktische zijde van de propaganda zoude belichten, was door ziekte verhinderd aanwezig te zijn, waarom zijne rede door den voorzitter werd voorgelezen.
De inleider legde de ware toestand van het A.N.V. bloot. Groep Nederland verliest steeds meer leden, Groep Vlaanderen kwijnt, in Zuid-Afrika zijn slechts eenige plaatselijke afdeelingen. De inleider wijt dezen achteruitgang aan de veranderde tijdsomstandigheden, waaraan het Verbond zich moet aanpassen. Wij kunnen niet meer volstaan met lezingen en voordrachten, maar moeten praktisch cultuur-werk verrichten, door het inrichten van heemschut- en wisselende tentoonstellingen, het bevorderen van Nederlandsche en Streektaal-rolprenten, z.g. ‘Delta-werk’, enz. Daarvoor is het echter noodig dat de tijdroovende vereenigings-administratie gescheiden wordt van den praktischen arbeid, waarvoor afzonderlijke personen moeten worden aangesteld; zooals nu reeds is geschied voor de goed werkende afdeeling Boekverspreiding. Wenschelijk zoude het zijn als er een ‘werkcentrum’ ontstond, waarbij inleider verwees naar de betreffende voorbeelden van het Koloniaal Instituut te Amsterdam en van de ‘Volksbund für das Deutschtum im Ausland’.
Naar aanleiding van beide inleidingen ontspon zich eene langdurige gedachtenwisseling, waaraan verschillende afgevaardigden en leden deelnamen.
Tenslotte werd op voorstel van Mr. A.B. Cohen Stuart een commissie ingesteld, die in overleg met het groepsbestuur op korten termijn een voorstel zal indienen, betreffende eene nieuwe organisatie van het Ver bond, 'n nieuwe wijze van propaganda voeren en werken.
In deze commissie werden benoemd: de heer Mr A.B. Cohen Stuart (Den Haag), voorzitter, Mej. A. Kuyper (Rotterdam) en de heeren C.K. Kesler (Amsterdam), Dr. C.A. Reeser (Schiedam), Mr. J. Domela Nieuwenhuis (Groningen), F. Reysenbach en D. Roessingh van Iterson (groepsbestuur, Den Haag).
Een voorstel van afd. Rotterdam inzake de spelling der Nederl. taal, werd ingetrokken, als zijnde intusschen overbodig geworden door aanneming van de motie-Tilanus in de Tweede Kamer der Staten Generaal.
Lt. Gen. Jhr. E.J.M. Wittert wekte de aanwezigen op, om de Nederlandsch leergangen voor Nederlandsche kinderen in Duitschland te steunen, omdat die leergangen geen subsidies meer ontvangen. De voorzitter zegde, staande de vergadering, een bijdrage van Groep Nederland, groot 50 gld., toe.
Mr. E.L. van Emden (Den Haag) bepleitte versterking van onze weermacht, die ook een groot en algemeen belang is.
Tijdens de gemeenschappelijke koffiemaaltijd werd een inzameling gehouden voor de Nederlandsche leergangen in Duitschland, die ongeveer 20 gld. opbracht.
In de middagbijeenkomst (groepsdag), die door een nog grooter aantal leden werd bijgewoond dan 's morgens, hield Mevrouw E.J. van den Broecke-de Man uit Aardenburg een uitstekende voordracht over De Moederfiguur in de Nederlandsche letterkunde, die warm werd toegejuicht. Mevr. v.d. Broecke besloot met het zeggen van het Wilhelmus van Nassaue, dat staande werd aangehoord.
Aan het slot van den groepsdag deelde de voorzitter mede, dat op verzoek van het Groepsbestuur, Prof. Dr. A.A. van Schelven, Hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, op 10 Juli, den 350sten herdenkingsdag van het overlijden van Prins Willem, van Oranje, een radio-rede zou houden, uit te zenden door de Avro.
Na het sluiten van den groepsdag, begroette de voorzitter der Afd. 's-Gravenhage en Omstreken de aanwezigen. Mevrouw Bouwmeester zong hierop eenige Nederlandsche liederen, waarna een middagthee in den tuin, door de Afd. Den Haag werd aangeboden.
Hiermede werd deze geslaagde bijeenkomst besloten.
D.R.v.I.