Oost-Zeeuwsch Vlaanderen.
Lezing van Dr. Celen over Fransch-Vlaanderen.
Op 30 Maart had de afdeeling het voorrecht, Dr. V. Celen (uit Ranst bij Antwerpen) te mogen hooren over het belangwekkende, maar te weinig bekende onderwerp: Het Vlaamsch in den Westhoek sedert de inlijving bij Frankrijk.
Lodewijk XIV, aldus spr., trachtte de geheele Nederlanden in te lijven, wat slechts gelukte met het gebied van Valencijn, Rijsel, Duinkerken, Kassel, Sint Winnoxbergen, Hazebroek. Gedeeltelijk was dit gebied verfranscht, want de Nederlandsche taalgrens wijkt voortdurend terug. Merkwaardig is, dat de streek cultureel, economisch en sociaal Vlaamsch blijft. In anderhalve eeuw (pl.m. 1650-pl.m. 1800) verschuift de taalgrens ondanks de inlijving niet. Vooral de Rederijkers spelen een belangrijke rol voor het behoud der taal. De inlijving wordt nergens toegejuicht, ook niet in La Flandre gallicante, Fransch sprekend Vlaanderen. De Fransche koningen kennen geen taalimperialisme: het onderwijs blijft Nederlandsch, Fransch wordt zelfs niet meer onderwezen. Ook de lagere adel blijft Dietsch. Alleen in Duinkerken vormt zich een Fransche kolonie van ambtenaren.
In de tweede helft der 18de eeuw wint het Fransch in Europa aan invloed door den achteruitgang van het latijn. Toch worden tooneelstukken van Voltaire en andere Fransche schrijvers in Fransch Vlaanderen nog in vertaling opgevoerd, in 1770 komt nog voor, dat de gestudeerde Fransch-Vlamingen geen Fransch kennen. De Jezuieten hadden het Fransch steeds bij hun onderwijs geweerd. Eerst de Fransche revolutie brengt het radicale taalimperialisme: streektalen worden verklaard tot doodsvijanden der revolutie en moeten uitgeroeid worden. Napoleon zet deze politiek voort. Weerstand biedt men nauwelijks: twee geslachten zijn voldoende om te maken, dat de ontwikkelde Fransen-Vlaming Fransch in plaats van Nederlandsch gaat schrijven.
De invloed van het individu tegenover den absoluten mensch. Het comité Flamand de France met de leuze ‘Voor moedertaal en vaderland’ gaat folklore en oudheidkunde beoefenen. Maar eerst de wereldoorlog maakt de menschen zuiverder bewust: men gaat streven naar heraansluiting bij Vlaanderen en bij het Nederlandsche volk: een teruggrijpen naar Michiel de Swaen en Andries Steven, die zich Groot-Nederlanders voelden. Het tijdschrift De Vlaemsche Stemme in Vrankrijk wordt nog in 18-d'eeuwsche spelling geschreven, De Torrewachter gebruikt reeds de officieele Nederlandsche spelling (laat ons hopen, dat de nieuwste experimenten op spellinggebied geen verdeeldheid zullen stichten!) Het beschaafde Nederlandsch wordt niet gesproken; een leerstoel in het Nederlandsch aan de Universiteit te Rijsel mocht niet door een ‘buitenlander’ worden bekleed. Opleving van het Nederlandsch vindt men uitsluitend onder de intellectueelen, het volk neemt er nog geen deel aan. Professor Looten, schrijver van een dissertatie over Vondel: Etude littéraire sur le poète néerlandais Vondel, heeft een invloed ten goede.
Spr. eindigde met als zijn meening uit te spreken, dat de Dietsche taal in zekere middens nog leeft, maar als de omstandigheden niet gunstiger worden (het opkomend regionalisme in Frankrijk geeft eenige hoop) dan ziet het er voor de toekomst slecht uit. Wij moeten echter handelen, alsof de toestand gunstiger zal worden: beter hopen dan vertwijfelen.
* * *
Op Hemelvaartsdag maakten leden der afdeeling een tocht naar Brugge, die als zeer geslaagd mag beschouwd worden. De heer Achille Daled, oud-conservator, was bereid gevonden om als gids te dienen. Bij wijze van inleiding werd Dinsdag 8 Mei
Leden der Afd. O.Z. Vlaanderen te Brugge.
een bijeenkomst gehouden, waar de heer Daled lichtbeelden vertoonde van een aantal bezienswaardigheden. Donderdag 10 Mei begaven zich 32 personen, waaronder ook eenige nietleden, met een autobus naar Vlaanderens hoofdstad. Bezichtiging van belangwekkende stadsdeelen, museums, kerken vulden den verderen dag. Op den terugtocht werden vele liederen ten beste gegeven. Het was een zeer geslaagde dag, waarbij het nuttige (o.a. museumbezoek) met het aangename (o.a. gondelvaart door de stad) gepaard ging.