en getoetst aan de eischen van dezen tijd, te bezien, wat van zeer groot belang is. Want ik wil u er van overtuigen, hoezeer Nederland en Indië dichter tot elkaar zijn gebracht, juist door die moderne verbindingsmiddelen, welke ik zoo straks ga noemen. En niet maar tot elkaar gebracht, door verkorting van den tijdsafstand, dus door vermindering van het tijdsverschil, maar vooral ook - wat niet minder belangrijk is - doordat de veraanschouwelijking van het Hollandsche beeld zoo veel sterker is geworden. Ik bedoel hiermede dit, dat - om een voorbeeld te noemen - de komst van een vliegtuig uit Nederland, telkens weer ons innerlijk besef versterkt, dat daarmede iets meekomt van dat zoo ver gelegen Holland. En al maakt niet ieder wekelijks van de luchtpost gebruik, de wetenschap alleen reeds, dat die er is, geeft een gevoel van zekerheid, van veiligheid: dat als 't moet de verwanten in Holland vlug te bereiken zijn, en wij hier door hen.
Men moet m.i. die waarde van de moderne verbindingen allerminst onderschatten, zij zijn daardoor alleen reeds belangrijke hulpmiddelen om het saamhoorigheidsbesef met Holland te onderhouden.
En hoe staat 't daarmede in Holland? Wat trekt daar de aandacht, de belangstelling (of was 't alléén maar nieuwsgierigheid) naar Indië?
Doch dat is een ander belangrijk onderwerp, dat ik tot later bewaar. Want al moet het antwoord op deze vraag in de eerste plaats uit Holland komen, en al weet ik voor mij wel zoo ongeveer hoe dat antwoord er zal uitzien; toch komt dit onderwerp ook in aanmerking om van dezen kant uit te worden beschouwd.
Thans kom ik tot die verbindingsmiddelen. Het is wel opmerkelijk, dat, zeker voor het particuliere verkeer, d.w.z. voor familie-aangelegenheden de telegraaf op den achtergrond is gekomen. Niet, dat deze als snelverkeer hiervoor geen beteekenis meer zou hebben, maar het heeft geen veraanschouwelijkingswaarde, leidt er niet zoo dadelijk toe om zich voor te stellen, dat en hoe Holland ons dichterbij is gekomen.... Draad- of radio-telegrafie maakt hier geen verschil.
De scheepvaart valt uiteraard buiten deze beschouwing over snelverkeer.
Maar niet het vliegtuig, óók niet de radio, en evenmin de film.
Elke komst van een vliegtuig, nog sterker, elke vermelding ervan in het blad, dat wij lezen, werkt als een prikkel voor onze verbeelding, waarbij het oude land uit onze herinnering weer even naar voren wordt gehaald, met gemengde gevoelens naar ieders persoonlijke omstandigheden. Maar tien tegen één, dat daarbij is de lust of de drang om zelf ook weer eens naar Holland te schrijven.
Begrijpt men wel voldoende, heb ik me meer dan eens afgevraagd, welke groote invloed er uitgaat van publiciteit, vooral indien deze telkens wordt herhaald, en daarbij denk ik niet alleen aan die door middel van het dagblad, maar aan elken vorm van publiciteit, d.w.z. in den ruimsten zin: nieuwsverspreiding.
Van deze overweging uit beschouwd, verkrijgen radio en rolprent nog grootere beteekenis, een beteekenis, welke m.i. nog lang niet algemeen wordt beseft of erkend.
En 't is juist daarin tevens, dat de groote waarde van film en radio is gelegen voor de behartiging van de Nederlandsche belangen, de bevordering van het saamhoorigheidsbesef in Nederlandsch-Indië.
Doch dit onderwerp vereischt een afzonderlijke behandeling.
W.C. VAN MEURS.