Negentiende Dietsche Studenten-Congres gehouden te Gent van 24 tot 26 Maart 1934.
Met het oog op velerlei ambtelijk Verbondsnieuws in dit no. van Neerlandia moeten wij ons beperken in dit verslag, dat echter om het belang der Dietsche Studentenbeweging niet mag ontbreken.
Door een spoorwegongeluk werd de opening verlaat. De voorzitter van het Dietsche Studenten-Verbond, G.W. Haas, wijdde gevoelvolle woorden aan de nagedachtenis van de Koningin-Moeder; uit eerbied werden muziek en feestelijkheden afgelast. De congres-voorzitter, G. Struyck, wees op de waarde van Gent als congresstad, vooral voor Dietsche studenten.
De openingsrede hield prof. dr. Frans Daels over: Tucht. Allerwegen wordt geroepen om gezag; spreker achtte noodig: gezag door tucht, dit is de schoonste en nuttgste vorm van dienen.
De tweede dag sprak L. Claes, onder-voorzitter van de afdeeling Leuven, over toestanden aan de Leuvensche universiteit, die zeer belangrijk zijn, doch buiten Leuven minder bekend. Er bleek, dat te Leuven de corporatie van Dietsche studenten de strijd niet in de eerste en eenige plaats opvat als een taalstrijd, maar als een kamp tusschen twee levenshoudingen, waarbij de heer Claes welsprekend opkwam voor de opvatting, dat de taak der universiteit is het volksgeheel te dienen.
Dr. A. Jacob wees de taak van de studenten-beweging in de herleving van het volk eveneens aan als volksdienst. Uit Duitsche universitaire redevoeringen lichtte hij zekere opvattingen toe hoe dit te bereiken. Studentencongressen zijn meer dan verbroederings-samenkomsten. Hun beteekenis ligt evenmin in een vriendelijk pacificisme als in hooge ideale strevingen: zij moeten stoot- en stuwkracht leveren, studenten zoowel als hoogleeraren moeten werken voor het volk.
Dr. Van der Wielen behandelde eveneens de vraag: universiteits-studentenbeweging-volk en zag de oplossing hierin: het beschavingsbezit der natie te veroveren en veilig te stellen; dit is het, waarop de Dietsche Studentenbeweging zich moet bezinnen.
In de avondvergadering besprak Jhr. R. Groeninx van Zoeten: de Groot-Nederlandsche traditie der Oranjes, Vooral in den tijd van Koning Willem I kwam het uit, hoe zwak een volk staat, wanneer zijn adel niet volksgezind is; ware dat toen wel het geval geweest, dan zou het Vereenigd Koninkrijk niet gescheurd zijn.
Ten slotte kwam een leerzame filmvertooning van de opening der Universiteit te Gent.
De boottocht naar Terneuzen, den derden dag, verliep eenigszins eigenaardig. Door veranderde regeling van de opening der sluizen te Selzate (op de Nederlandsch - Belgische grens) bleef voor verblijf te Neuzen nauwelijks een uur beschikbaar. De burgemeester van Terneuzen en het bestuur der afdeeling van het Alg. Ned. Verbond deden voor de congresgangers wat zij konden. De toespraak van den heer N.J. Harte verschafte belangrijke inlichting over dit stuk van Nederland. Ir. H.J. Boon hield aan boord een toespraak over den economischen en socialen bouw van Nederland en Vlaanderen. Wegens moeilijkheid met vlaggen werd de terugreis over een afstand van 10 km. niet meer met de boot, maar te voet afgelegd.
In een rustpoos werd het jaarverslag behandeld, waarin onder de werkzaamheden in 1933 vermeld werden; de Volkshulde te Delft, de uitgave van het boek ‘Wilhelmus van Nassouwe’, de Dietsch-Afrikaansche Studiereis, de stichting van den Afrikaanschen leerstoel te Amsterdam en den Academieschen leergang te Wageningen.
De dag besloot met een schoone hulde aan Cyriel Verschaeve onder leiding van Mr. N. Vercnocke.