Ze houden stand!
Wees Vlaming, dien God Vlaming schiep!
Dit woord van Gezelle staat als lijfspreuk bovenaan het maandblaadje De Torrewachter, dat wordt uitgegeven door het Vlaamsch Verbond van Frankrijk.
Deze wachter van de eeuwenoude Vlaamsche taal en Vlaamsche zeden in den ‘Westhoek’ beklom in het begin van 1929 den toren en waakt er sedert mede over de opleving onzer Stamgenooten in Fransch Vlaanderen. Elke maand strooide hij sedert zijn ‘leesblad’ over de landouwen tusschen Duinkerke, Cassel en Hazebroeck en het landvolk, dat de taal der vaderen thuis niet vergeet al is 't kunstmatig op de scholen al Fransch wat de klok slaat, luistert graag naar zijn stem, of die een ernstigen toon aanslaat, dan wel in ‘prullen’ de eigen Vlaamsche leute doet opschateren.
En nu heeft De Torrewachter al vijf jaar zijn voorposttaak met nimmer falende opgewektheid vervuld en in het eerste nummer van den zesden jaargang legt hij daarvan met voldoening getuigenis af. We geven hem zelf even het woord:
De Torrewachter wil al wat ons Vlaanderen deugd kan doen.
De Torrewachter heeft de Vlaamsche Mannen doen kennen. Vroeger, wie sprak er in Fransch-Vlaanderen, van Gezelle, de Coussemaker, De Swaen, Conscience en anderen? Om zoo te zeggen niemand!
De Torrewachter heeft mee-gewrocht om het Vlaamsche tooneel te doen verrijzen. Waar er goeden wil was, heeft hij zijn hulp niet geweigerd.
De Torrewachter heeft gestreden opdat ons land uitwendig schoon zou blijven. De molenaars zijn bij malkander gerocht; eenige molens die moesten verdwijnen draaien nog.
De Torrewachter heeft mee-geholpen om de beiaard-kunst te verspreiden, t'onzent. Het was zoo gemakkelijk niet d'oude deuntjes te doen achterlaten en ware kunst-muziek te doen opnemen. Hij is aan zijn doel gerocht; wie zoud er durven over klagen?
De Torrewachter bovenal strijdt voor de Vlaamsche taal, onze moederspraak. Wij houden de gewoonten en rijkdommen van ons vaderland en wij zouden onze taal misprijzen die de grootste en de schoonste schat is welke God ooit aan een volk toekende; wij zouden ons Vlaamsch verlaten? Dat nooit!
De Torrewachter vraagt u: Al dat wij bezien hebben om ons land vlaamscher te maken heeft gelukt; waarom zou onze strijd voor de vlaamsche taal niet gelukken?
Er is nog een ander, die stand houdt voor handhaving van den Dietschen volksaard in Fransch-Vlaanderen, en die heeft nog oudere rechten, al bleef hij wel eens jaartjes in gebreke, dat is de onsterfelijke Tisje Tasje, die met zijn Toria door de Fransch-Vlaamsche dorpen leurt en graag de foor bezoekt en een pintje pakt. Ook ditmaal was hij er weer met zijn almanak, al voor de elfde maal ‘achter den oorlog’.
Wie zou er voor zoo'n leugenzak van 96 blz. niet 2 franken over hebben! Want behalve de ‘Goe en Kwaâ Weêremaren’, die uitkomen of niet uitkomen, gelijk alle voorspellingen, geeft Tisje Tasje daartusschen en omheen allerlei ‘lachedingen’ in leutig Vlaamsch met een Fransche vertaling ernaast, om zijn Vlaamsch-onkundige streekgenooten ook een pleziertje te gunnen.
Hier hebt ge er zoo één: