de Vorstlaan, dan kunnen zij deze namen niet opzoeken en weten de Fransche namen niet, terwijl de vertaling niet eenvoudig is, n.l. Avenue du Castel, Rue de l'Intendant en Boulevard du Souverain.
Daar de adreslijst in ons jaarverslag uitsluitend beoogt het gemak te dienen onzer leden en buitenleden, kunnen wij eerst overgaan tot het vermelden van de adressen in het Nederlandsch, indien taxibestuurders, politieagenten en trampersoneel die namen kunnen opzoeken en een Vlaamsch plan van Brussel zal zijn uitgegeven.
In de gemeente Elsene (Ixelles) staan de namen van straten uitsluitend in het Fransch vermeld.
De Nederlandsche Vereeniging is dus nog steeds gevestigd ‘Avenue de la Toison d'Or’, daar op den hoek van de Guldenvlieslaan en de Naamsche poort een bordje hangt, dat alleen die naam vermeldt.
Brussel, 18 Ootober 1933.
J.K.F. WEBER, Secr. Ned. Ver.
Antwoord van de Redactie:
De Bond van Nederlandsche Vereenigingen en Lichamen, het Holland-Huis, het Algemeen Nederlandsch Verbond, de honderd vereenigingen aangesloten bij het Vlaamsch Verbond voor Brussel, verschillende firma's en vele particulieren (ook Noord-Nederlanders) maken, sedert jaren, gebruik van Nederlandsche adressen voor het zenden van uitnoodigingen en het opmaken van ledenlijsten. Het is ons niet bekend, dat zij daarvan, practisch gesproken, ooit hinder of ongemak ondervonden hebben.
Ieder rechtgeaard Nederlander - de secretaris van de Hollandsche Club ongetwijfeld in de eerste plaats - moet niets weten van de elementen in België, die het mogelijke doen om den Vlamingen en het Nederlandsch hun rechten te onthouden. In die kringen beweert men, dat Brussel een Fransche stad is, dus Fransche straatnamen hebben moet. Daar weet men wèl - maar negeert 't - dat Brussel nog altijd een stad is met een overwegend Vlaamsche bevolking.
Waarom dan ook niet doodeenvoudig gehandeld zooals het gezond verstand - om van het stamgevoel maar te zwijgen - ons voorschrijft en te Brussel, waar de straatnamen tweetalig (dus ook Nederlandsch) zijn, van de gelegenheid om als Nederlander, de eigen taal te schrijven, gebruik gemaakt? Het is toch niet, omdat de Brusselsche gemeentebesturen, in hun boosheid volhardend, tot nu toe verzuimden de verkeersagenten van een tweetalige straatnamenlijst te voorzien, dat de Vlaamsche en Nederlandsche bewoners van de Brusselsche agglomeratie hun persoonlijke fierheid en hun stamgevoel op zak moeten steken en maar in het Fransch moeten gaan parlesanten, als waren zij Pierre Nothomb in persoon. Dit heeft dan tot gevolg, dat men een ééntalig Fransch straatnaambordje, aan de Naamsche Poort, wèl en een tweetalig bordje, aan het andere einde van dezelfde laan, niet ziet hangen en, in het niet naleven van de Belgische taalwetten, door het gemeentebestuur der voorstad Elsene, een reden meent te kunnen vinden om den voor het Nederlandsch strijdenden Vlamingen, tot groot jolijt van de vijanden van al wat Vlaamsch en Nederlandsch is, een duw in den rug te geven. Wilde de Nederlandsche Vereeniging haar omzendbrieven en uitnoodigingen steeds alleen in het Nederlandsch adresseeren en, wat de ledenlijst in het jaarverslag betreft, b.v. hier of daar, tusschen haakjes, desgevallend ook nog de Fransche vertaling van een straatnaam als b.v. Vorstlaan (Boulev. du Souverain) achter de Nederlandsche benaming laten volgen, dan zou zij al een heel eind op den goeden weg zijn en handelen in den geest van den grooten Nederlander Albert Vogel, waar hij schreef:
‘Elk rechtgeaard Nederlander heeft den plicht, zijn beste krachten te geven aan de ontwikkeling en den bloei der Nederlandsche cultuur en deze cultuur, waar het hem mogelijk is, overal in den vreemde te verbreiden en te doen eerbiedigen’.