Neerlandia. Jaargang 37

Zuid-Afrika

Uit Kaapstad. - De eerste Dietsche Studiereis.

25 Juli was een ernstige en een blijde dag voor den Nederlandschen Stam in Zuid-Afrika. De ‘Springfontein’ bracht toen het stoffelijk overschot van Z. Exc. Dan. de Villiers aan de Kaap en tevens de twaalf studenten uit Nederland, die een studiereis ondernemen.

Ter ontvangst van de met bloemen en kransen bedekte doodkist - er was ook een krans van het A.N.V. bij - kwamen aan boord de heer Conradie, Administrateur der Provincie, en zijn secretaris, de heer Van der Walt, Jhr. en mevrouw Van Lennep, de heer Carl Spilhaus, oud-handelscommissaris voor de Unie te Rotterdam, de heer Van Oldenborgh van de Holland-

Deelnemers aan de eerste Dietsche studiereis naar Zuid-Afrika (Juli-October 1933), ingericht door het Dietsch Studenten-Verbond. Zittend in het midden de leider, Dr. A.B. du Preez. Voorts de dames G. ten Bosch, T. ten Cate, E. Haas, M. Karsten, M. Swets en E. Vos de Waal en de heeren K. Braak, G.W. Haas, G.P.C. Koolhaas, Dr. J.A. Prins en D. Vriesman.

Afrika-Lijn, de heer Donker, prof. dr. en mevr. D.B. Bosman, dr. F.C.L. Bosman, de heer J.L. Schoeler, voorzitter der Kaapsche Afd. van A.N.V. en mevr. Schoeler, Jhr. Van Ewijck van de Bilt en vele andere bekende Kapenaars.

Toen de droeve last en de familieleden van den overleden gezant met den trein naar den O. Vrijstaat vertrokken waren, kon meer aandacht worden gewijd aan de jeugd, die Zuid-Afrika verkent. Zij werd ontvangen door een groot gezelschap Afrikaners en Nederlanders, dat zich in het Afrikaner Koffiehuis had verzameld, waar prof. dr. E.C. Pienaar van Stellenbosch en prof. M.C. Botha, superintendent van onderwijs, het woord voerden en de leider van het studententroepje, dr. A.B. du Preez, blijmoedig dankte voor de hartelijke ontvangst.

Jhr. en mevr. Van Lennep hebben het reisgezelschap een huiselijk feest in hun woning Brockley bereid, waarbij vele genoodigden tegenwoordig waren en de gastheer in een geestige rede de Afrikaansch-Nederlandsche verhoudingen duidelijk maakte. De burgemeester van Kaapstad onthaalde het gezelschap op een noenmaal, evenals Sir John Carruthers Beatty. Aan Kaappunt werd een ‘piekniekmaal’ aangericht en zoo waren er allerlei tegemoetkomingen en ontvangsten.

De Afd. Kaapstad, die 23 Juli - zooals men in het Juli - Aug.-nr. heeft kunnen lezen - 25 jaar bestaan had, bood 28 Juli een feestavond, waarop aan mevrouw Loopuyt - Maas het eerelidmaatschap der Afdeeling werd aangeboden. Onder de vele aanwezigen waren ook de beide andere eereleden, de 89-jarige oud-president Reitz en de dichter Jan Celliers, benevens de heer K.F. van den Berg, voorzitter der Commissie voor den Ned. Zuidafrikaanschen Handel, en huisgenooten, die ook tot de passagiers van de ‘Springfontein’ hadden behoord.

Plaatsgebrek belet ons in bijzonderheden te treden over het zeer afwisselende feestprogramma. Maar niet onvermeld mag blijven, dat Jhr. Van Lennep, in opdracht van het Hoofdbestuur van het A.N.V. dien avond den heer J.L. Schoeler, de ziel der Afd. Kaapstad, den zilveren eerepenning van het A.N.V. overhandigde en deze ‘zilveren bruigom’ uit handen van mevr. Loopuyt namens het plaatselijk bestuur een wandelstok met zilveren gedenkplaatje ontving. O.m. voerde ook nog het woord de heer B. Goldstein, de eerste voorzitter

[p. 138]

na de oprichting der Afdeeling in 1908.

Zang en dans, waarbij de Nederlandsche studenten als gasten zich niet onbetuigd lieten, besloten dezen zeer gezelligen feestavond, die ongeveer 300 stamgenooten vereenigde en ongetwijfeld het zijne heeft bijgedragen tot verbroedering van Afrikaners en Nederlanders, geheel in de lijn van het Grootnederlandsch ideaal.

De ontvangst te Kaapstad, waarbij onze Afdeeling weer zoo voortreffelijk haar bestaansrecht bewees, was een mooie inleiding tot de rondreis, waarbij allerwege zooveel echte Afrikaansche gastvrijheid wordt getoond. Half October keert het gezelschap, ongetwijfeld hoogst voldaan, naar Nederland terug.