Neerlandia. Jaargang 37

Nederl. Antillen

Curaçao 1634-1639.

Op 29 Juli 1634 namen Johannes van Walbeeck en Pierre le Grand het eiland Curaçao voor de West-Indische Compagnie in bezit; spoedig daarop volgden Bonaire en Aruba, de beide andere der tegenwoordige Nederlandsche Benedenwindsche eilanden waren toen ongeveer een eeuw lang Spaansch bezit geweest, doch de Spanjaarden hadden er geen vestingen van eenige beteekenis, noch hadden zij er ooit eenig voordeel van genoten.

Van de drie Bovenwindsche Eilanden, St. Maarten (zuidelijk gedeelte), St. Eustatius en Saba, hadden particuliere Zeeuwsche ondernemers het eerstgenoemde onder een door de Compagnie verleend octrooi, reeds eenige jaren vroeger bezet; de koloniseering der beide andere Bovenwindsche eilanden werd omstreeks 1635 ondernomen.

Het jaar van Van Walbeecks expeditie mag worden beschouwd als het belangrijkste in de geschiedenis der Nederlandsche vestiging op de eilanden der Caraibische Zee en op Curaçao is het initiatief genomen - door de Groep Nederlandsche Antillen van het Algemeen Nederlandsch Verbond en de Curaçaosche Afdeeling der Kon. Vereeniging Oost en West - om 1934 te maken tot een herdenkingsjaar.

Op aandrang dezer organisaties hebben de Hoofdbesturen van het A.N.V. en de Kon. Ver. O. en W. op hun beurt zich moeite gegeven om ook in Nederland belangstelling te wekken voor het derde eeuwfeest der vereeniging van Curaçao met Nederland en een herdenkingscommissie gevormd, bestaande uit de heeren:

[p. 137]

F.H.A. van der Brugh, Algemeen Secretaris der Kon. Ver. Oost en West.

H. Ferguson, Oud-Lid van den Raad van Bestuur van Curaçao.

Mr. B. de Gaay Fortman, Oud-Lid van het Hof van Justitie in Curaçao, Alg. Penningmeester van het A.N.V.

O.L. Helfrich, Oud-Gouverneur van Curaçao.

Jhr. J.O. de Jong van Beek en Donk, Oud-Gouverneur van Curaçao.

P.J. de Kanter, Algemeen Voorzitter van het Alg. Ned. Verbond (Voorzitter der Commissie).

W.R. Menkman, Oud-Hoofdagent van den Kon. W.-I. Maildienst op Curaçao (Secretaris-Penningmeester der Commissie).

R. Zuyderhoff, Algemeen Voorzitter der Kon. Ver. Oost en West.

Verwacht mag worden, dat het feit waardoor, drie honderd jaar geleden, de band werd gelegd tusschen Curaçao en Nederland, in 1934 als een gebeurtenis van nationaal belang zal worden herdacht en dat daarbij èn het Moederland èn het overzeesche Gebiedsdeel blijk zullen geven van samenhorigheidsgevoel en wederzijdsche belangstelling.

Waarschijnlijk in het begin van Mei 1934 zal een plechtige herdenking plaats hebben te 's-Gravenhage. Een gedenkboek, dat een overzicht zal moeten geven van de driehonderdjarige betrekkingen tusschen Nederland en de Nederlandsche Antillen, is in bewerking.

Ook de thans met verlof in Nederland toevende Gouverneur van Curaçao - Eerevoorzitter van het Curaçaosche Herdenkingscomité - geeft zich moeite om de herdenking dienstbaar te doen zijn aan het bevorderen der wederzijdsche belangstelling. Door middel van eene tentoonstelling en van bioscoopvoorstellingen zal op Curaéao aandacht worden gevraagd voor de Nederlandsche nijverheid en Nederlandsche uitvoerproducten. Er wordt getracht een Nederlandsch voetbalelftal in Curaçao te doen uitkomen tegen de plaatselijke beoefenaars der voetbalsport; zoo mogelijk zullen ook andere takken van Nederlandsche sport bij de herdenkingsfeesten op Curaçao vertegenwoordigd worden. Een bezoek van Nederlandsche reizigers aan onze Benedenwindsche Eilanden, onder leiding van Dr. W. G.N. van der Sleen, is in voorbereiding. Met een Nederlandsch tooneelgezelschap zijn besprekingen gehouden over een openlucht- of tooneelvoorstelhng op Curaçao - zoo mogelijk ook op Aruba - ter gelegenheid der herdenking.