Een kort woord over een zeer gewichtige zaak.
Op de jongste Groepsvergadering is onder meer de herziening van de Verbondswet behandeld.
Tot mijn groot leedwezen hebben dienstzaken mij verhinderd, die vergadering bij te wonen en aan de besprekingen deel te nemen. Dit heb ik ook daarom, zoo betreurd, omdat naar mijne meening de hoogst gewichtige voorstellen nopens de wijziging van de Verbondswet ditmaal wel wat erg vluchtig zijn behandeld; immers, de ingrijpende voorstellen van Den Haag zijn tevoren noch in een afdeelingsvergadering, noch in het Groepsbestuur bespreken. De kennisneming van hetgeen de Afdeeling Oost-Zeeuwsch Vlaanderen dienaangaande tot de andere afdeelingen heeft betoogd aangaande het Haagsche voorstel tot wijziging van de doelstelling van het A.N.V. (art. 2) heeft mijn argwaan voor dat Haagsche voorstel veranderd in een onoverwinbaren tegenzin!
Oost Zeeuwsen-Vlaanderen heeft gelijk! Ik zou me in de Groepsvergadering van ganscher harte aan haar zijde hebben geschaard.
Het Haagsche amendement zal een zeer slechten invloed kunnen hebben op de strijdbaarheid van het A.N.V., als dit zal worden geroepen om voor de belangen van den Nederlandschen of Dietschen Stam op te komen.
Het Haagsche amendement is geschikt om alle ruggegraat uit het A.N.V. weg te nemen.
Mogen er nog wegen worden gevonden om dit voorstel der Groep niet in de algemeene bondsvergadering ter tafel te deen komen.
K.E. OUDENDIJK.