Feber, Lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal, over verschillende onderwerpen, het Nederlandsch koloniaal bewind betreffend. Beide voordrachten, gehouden te Antwerpen, Oostende, Aalst en Kortrijk, hadden een groot, deels zelfs zeer groot succes.
Aan een Vlaamschen jongeman werd gedurende eenige weken een onderkomen in Den Haag verschaft ter nadere kennismaking met Nederland en de Nederlandsche taal.
Een bijdrage werd verleend aan de Vlaamsche heldenhulde te Dixmuiden en de Vereeniging ‘Het Vlaamsen Kruis’, benevens aan een voordrachtskunstenaar in Vlaanderen voor het doen uitgeven van liederboekjes.
Te Ieperen werd een kern gevormd voor een landbouwboekerij, om eenigermate te voorzien in de dringende behoefte aan Nederlandsch landbouwonderwijs.
Aangename aanraking werd voorts verkregen met het onlangs te Antwerpen opgerichte ‘Vlaamsch koloniaal en Overzeesch Verbond’, dat zich de behartiging van de belangen der Vlamingen in de koloniën ten doel stelt.
Door het Hoofdbestuur werd een ‘A.N.V.-commissie voor Fransch-Vlaanderen’ ingesteld, welke den 9den November werd geinstalleerd ter bestudeering van de mogelijkheid tot cultureelen, opvoedkundigen arbeid onder de Nederlandsch sprekende bevolking. In de Commissie hebben ook een tweetal vertegenwoordigers van Tak. Fr. Vlaanderen van het Dietsch Studenten-Verbond zitting.
Ook dit jaar werd weer een kleine geldelijke steun verleend aan de gemeente van Ds Rijks te Roobeeke.
Uitvoering werd gegeven aan het reeds lang beraamde plan tot de vervaardiging van geluidsrolprenten ter vastlegging van de ten doode opgeschreven streektalen rondom de Zuiderzee. De rolprent ‘Spakenburg’, welke ook folkloristische gegevens bevat, kwam tot stand onder de bevoegde leiding van Dr. G.G. Kloeke, den Nederlandschen dialectkenner, en met medewerking van den heer Aart Blokhuis, onderwijzer te Bunschoten, als hoofdpersoon; de Haarlemsche filmfabriek Polygoon verzorgde de opname. In 1933 kon de eerste voorstelling van deze rolprent worden verwacht; het Hoofdbestuur hoopt op voldoenden steun om dit werk, dat nog eenig is in Europa, te kunnen voortzetten.
Een uitvoerig onderzoek werd ingesteld naar de Nederlandsche Vereenigingen in het Buitenland (in Duitschland alleen reeds meer dan 200!) waarbij krachtige medewerking werd ondervonden van den Nederlandschen diplomatieken en consulairen dienst. De verkregen gegevens zijn op kaart gebracht en kunnen door belangstellenden geraadpleegd worden.
Aan den heer Dr. Vercammen te Utrecht werd een bijdrage verleend in de kosten van zijn proefschrift ‘Thijm en Vlaanderen’.
Aan Dr. G.G. Kloeke te Hamburg werd steun verleend voor voortzetting van zijn Nederlandsch streektaalonderzoek.
Ter propaganda werd, in samenwerking met Groep Nederland, materiaal verzameld en vervaardigd (deels door eigen personeel) tot het houden van tentoonstellingen, het Verbond en zijn doel betreffend. Tevens werd een kleurige reclameplaat uitgegeven, ontworpen door den sierkunstenaar Jac. Nuiver, die blijkbaar zeer in den smaak valt.
De propaganda-actie, ingezet door Groep Nederland, maakt met tal van andere nieuwe plannen een doelmatige inrichting en betere uitrusting van het hoofdkantoor noodzakelijk; daarbij moet er zooveel mogelijk rekening mee worden gehouden, dat het schrikbeeld eener verhuizing ons binnenkort voor oogen staat tengevolge van het feit, dat de Gemeente 's-Gravenhage het bij ons in gebruik zijnde pand voor de uitbreiding van den dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon behoeft.
Wanneer de gelegenheid zich aanbood nam het Verbond deel aan alles wat in Nederland en daarbuiten geschiedde, dat voor onze gedachte van beteekenis was; zoo mogelijk werd ook steeds geldelijke of andere steun verleend.
Aan de huldiging van Generaal Snijders nam het Verbond van harte deel; een werkzaam aandeel hadden zoowel Hoofdbestuur als Groepsbestuur en Afdeelingsbestuur 's-Gravenhage aan het goed geslaagde Congres Nederland Overzee, den 22sten Juni geopend op de Koloniale Tentoonstelling te 's-Gravenhage.
De Derde Dietsch Academische Leergang, van 14-19 Maart te Amsterdam en Wageningen gehouden, ingericht door het Dietsch Studenten-Verbond en het 17de Dietsch Studenten-Congres te Leuven, werden door het Verbond geldelijk gesteund en door onzen vertegenwoordiger bij het D.S.V., den heer J.W. Roessingh van Iterson bijgewoond.
In Zuid-Afrika (zie ook onder dit hoofd) bleef het Verbond het Nederlandsch Cultuur-Historisch Instituut te Pretoria en de taak van Prof. Dr. M. Bokhorst aldaar, die zulk voortreffelijk werk verricht ook voor de toenadering tusschen Nederlander en Afrikaner, steunen met geld en boekenzendingen, samen met de Nederlandsch Zuid-Afrikaansche Vereeniging en andere lichamen. In den aanvang van dit verslagjaar vertoefde Prof. Bokhorst in Nederland.
In Nederland werden door een daartoe samengestelde Commissie zendingen bijeenverzameld voor het Oorlogsmuseum te Bloemfontein. Het Verbond verleende voorloopige huisvesting aan deze verzamelingen, waarvan door de zorgen van den heer Fred. Oudschans Dentz van 13 tot 19 Februari 1933 een tweede tentoonstelling gehouden werd in het Stammuseum, welke door niet minder dan 400 personen is bezocht.
De hoogleeraar te Stellenbosch, Prof. Dr. P. Serton, werd in staat gesteld, mede door de zorgen van het Verbond, een rondreis door Nederland te maken, waarbij in goed bezochte lezingen de kennis over Zuid-Afrika werd verbreid.
Aan een jonge Zuid-Afrikaansche werd tot September 1932 een studiebeurs verleend om haar studiën aan de Tooneelscbool te Amsterdam te voltooien, welke beurs daarna overging op een studente in de Fransche taal en letteren.
Met de Suid-Afrikaanse Studente Vereniging in Amsterdam werd een nauwe aanraking en prettige samenwerking verkregen.
Tesamen met de Ned. Zuid-Afrik. Ver. werden ook dit jaar weer goed geslaagde Zuid-Afrik. Studentendagen ingericht, ditmaal in het Kennemerland; de afd. Haarlem van het Verbond verleende haar medewerking.
De aanvragen om briefwisseling met Afrikaansche stamverwanten namen zulk een omvang aan (reeds meer dan 1000 Nederlandsche adressen werden ingeschreven), dat de inschrijving voorloopig gesloten moest worden.
Tenslotte zij nog vermeld, dat het Verbond gaarne medeleefde in de warme hulde den - intusschen overleden - strijder voor de Afrikaansche zaak, Dr. N. Mansvelt, gebracht op zijn 80sten verjaardag.
NEERLANDIA bleef zijn taak tot verlichting van onze beweging en verlevendiging van het Verbondsleven op dezelfde wijze vervullen als tot nu toe en nam deel aan alle voor ons streven belangrijke gebeurtenissen in