Twee Gidsen.
De Alg. Ver. voor Vreemdelingenverkeer heeft de goede gedachte gehad, een Vlaming en een Afrikaner een gids voor Nederland te laten samenstellen. Het zou aardig zijn, op te merken, hoe twee schrijvers van zoo verschillende stamdeelen het oude land zien en wat zij hier bezienswaardig vonden. Nu, vrijuit als bijv. in een tijdschriftopstel, hebben onze vrienden zich natuurlijk niet geuit en, wat den stijl betreft, vindt men in het Vlaamsche boekje zeer statig Noordnederlandsch, waar men misschien het leutige Vlaamsch zou verwachten. Maar een goeden kijk op Nederland en wat men daar vooral moet zien en opmerken, geven beide ongetwijfeld, daarbij, vooral in het Afrikaansche werkje, in uiterst bondigen vorm. Voor dit laatste verleende de Ned. Z.-Afr. Vereeniging haar medewerking en terecht: het reizigersverkeer tusschen Nederland en Zuid-Afrika kon veel grooter zijn, al neemt het toe. De reiskantoren nemen zoo dikwijls Nederland slechts voor een vluchtig bezoek in een grooter reisplan op inplaats van ons land tot hoofddoel van de reis te maken of althans genoegzaam tijd daarvoor af te zonderen. Mogen beide handleidingen meehelpen, hierin verbetering te brengen!
Dat de wenschelijkheid en mogelijkheid van een levendiger verkeer wordt ingezien, bleek ook uit hetgeen de nieuwe Nederlandsche consul te Kaapstad, de heer G.P. Luden, kort na zijn komst in een persgesprek heeft gezegd. Hij is voornemens op beter reisgerieven tusschen Nederland en Zuid-Afrika aan te dringen o.a. een overeenkomst die reizigers gelegenheid zal geven, hun motors mee te brengen zonder daarvoor invoerrecht te betalen. Dat zou aan het verkeer een flinke uitbreiding kunnen geven.