Van de Afdeelingen.
Amsterdam - De Westindische tentoonstelling.
Daadwerkelijk iets te doen in of voor Suriname en Curaçao behoort niet tot de roeping van het A.N.V., wèl echter belangstelling op te wekken en gaande te houden, hier in het stamland, voor deze onze beide overzeesche volkplantingen.
Tot dit doel heeft de afdeeling Amsterdam, in samenwerking met een aantal andere vereenigingen, voor 1929/30 den Economisch-Historischen Leergang ingericht ‘West-Indië in verleden en heden’, welke een ongedacht succes heeft gehad, en thans besluit zij het werk voor dit seizoen met deze tentoonstelling.
Een tentoonstelling van overwegend historisch karakter, welke daardoor hen, die allereerst zouden willen weten wat Nederland thans in de West doet, allicht niet geheel zal bevredigen; dezulken vinden meer van hun gading in het Koloniaal Museum, in hetzelfde gebouw.
Wij hebben misschien toch reeds te veel de neiging ons blind te staren op de gouden eeuw en te vergeten, dat de daarop gevolgde periode van inzinking lang voorbij is, dat Nederland niet alleen thans wederom in staat is tot groote dingen, maar wel degelijk ook wijzen kan op verdienstelijke prestaties van het nageslacht. Versterking van het gevoel van eigen waarde en eigen kracht is dan ook zeker niet het minst belangrijke deel der taak van het Verbond.
Intusschen behoeft een gepast gevoel van voldoening over hetgeen elders is en wordt verricht ons allerminst te beletten om te erkennen en te betreuren, dat er met betrekking tot Amerikaansch Nederland nog veel te wenschen overblijft, ook wel achterwege is gebleven wat niet nagelaten had mogen worden. En hoewel men nu niet juist in de eerste plaats de geschiedenis moet ter hand nemen om te leeren wat er in de West kan en moet worden gedaan, zoo doet toch, ook wat onze positie in de Nieuwe Wereld betreft, de kennis van het verleden ons beter begrijpen waar wij staan.
Daar wij zoo lang gewend zijn geweest om meer naar het Oosten te kijken dan naar het Westen, kan het goed zijn er aan te worden herinnerd, dat in den opbouw van dat Amerika, dat een steeds voornamere plaats gaat innemen in de wereld, ook Nederland een niet onbeteekenend aandeel heeft gehad. Het was daarom goed gezien, dat niet alleen moest worden tentoongesteld hetgeen betrekking heeft op Suriname en Curaçao, en op de vestiging ter kuste van Guinee - welker geschiedenis zoo nauw is verbonden aan die van de West - maar ook het een en ander moest worden opgenomen aangaande Nieuw Nederland, Brazilië, Demerara, Essequebo en Berbice; zelfs Tobago is niet vergeten. Brazilië en Britsch Guyana hebben bovendien niet alleen op historische gronden een recht om op deze tentoonstelling een plaats in te nemen, maar ook op geographische, als buurlanden van Suriname.
Venezuela is mede vertegenwoordigd door eenige kustgezichten uit den tijd voordat Guzman Blanco den Curaçaoschen tusschenhandel finaal onmogelijk maakte, en door Corporaals werk over onze volkenrechtelijke betrekkingen tot dit land.
En al moge Columbus nooit een voet hebben gezet op eenig deel van wat tegenwoordig Nederlandsch West-Indië is, toch ontbreekt niet het stukje van het kruis op het graf van den grooten ontdekker, door wijlen Kapitein Harken indertijd uit Santo Domingo medegebracht.
Dat de West Indische Compagnie een groote plaats inneemt op deze tentoonstelling, spreekt van zelf, gegeven de aan haar toebehoord hebbende gebouwen en de door haar nagelaten archivalia, welke nog in verschillende Nederlandsche steden te vinden zijn. Groote figuren uit haar geschiedenis - en uit die van de Geoctroyeerde Societeit van Suriname - als Usselinx, Johan Maurits van Nassau Siegen, Piet Heyn en Van Aerssen van Sommelsdijk, worden door een aantal portretten en afbeeldingen in het geheugen der bezoekers teruggeroepen.
Lijkt het op het eerste gezicht alsof het hoofdzakelijk hier te lande bijeengegaarde (van de 40 inzendingen zijn slechts één of twee van overzee afkomstig) zelfs van de geschiedenis van Onze West geen samenhangend beeld zou kunnen geven, een nauwkeurige en belangstellende bezichtiging leert, dat deze tentoonstelling vrijwel het geheele terrein bestrijkt, terwijl ook het meer actueele niet heelemaal ontbreekt.
Het werk van Zending en Missie wordt gedemonstreerd door inzendingen van de Moravische Broeders en van de Paters Redemptoristen en de oud-gouverneur Baron van Heemstra heeft gezorgd voor afbeeldingen van eenige moderne Surinaamsche bedrijven.