in de sporttaal en o.a. in de filmwereld. Een commissie werd benoemd, bestaande uit mr. W.J.L. van Es. Wassenaar; S.G.L.F. baron van Fridagh, Schoorl en F. Kroon, Utrecht, teneinde middelen te beramen tot het weren van vreemde opschriften.
Bij de rondvraag kwam aan de orde het vraagstuk der opschriften op het Nederlandsch Paviljoen op de tentoonstelling te Antwerpen. Het bestuur deed verslag van het onderhoud met den commissaris-generaal voor de deelneming van Nederland aan de tentoonstelling te Antwerpen, dr. F.E. Posthuma. Het kreeg den indruk, dat de feitelijke mededeelingen, aanvankelijk in de pers verschenen, niet geheel juist waren en dat men overtuigd kon zijn van den goeden wil van de regeering en de centrale commissie ten aanzien van het bezigen der Nederlandsche taal. Maar men stond ter andererzijds voor de tot dusver bij de Nederlandsche regeering, blijkens haar verklaring afgelegd in de Tweede Kamer heerschende opvatting, dat het bij internationale tentoonstellingen wenschelijk zou zijn, de tweetaligheid in de opschriften op de Nederlandsche gebouwen te handhaven. Andererzijds schijnt men te bevoegder plaatse bij de verdeeling van deze tweetalige opschriften over de verschillende gevels van het gebouw zich niet in allen deele rekenschap te hebben gegeven van den indruk, dien de wijze van plaatsing en de grootte dier opschriften op den beschouwer kunnen wekken, vooral daar onder de bestaande omstandigheden juist en vooral te Antwerpen van de keus der plaatsen zooveel afhangt. Blijkens de verkregen inlichtingen zou een misverstand in de hand zijn gewerkt door het feit, dat het noodzakelijkerwijs eerst op te trekken deel van het gebouw, nl. de tentoonstellingshal, juist het opschrift Pays-Bas draagt.
De vergadering was algemeen van gevoelen, dat voor de door de regeering aangenomen tweetaligheid van opschriften op Nederlandsche gebouwen bij internationale tentoonstellingen geen klemmende redenen bestaan, dat veeleer de daarvoor aangevoerde reden, dat de term Nederland in het buitenland niet algemeene bekendheid geniet, niet opgaat, nadat juist deze onbekendheid voortspruit uit het ambtelijk en nietambtelijk, verwarring stichtend misbruik van Pays-Bas of Holland, naast het voor opschriften alleen oorbare Nederland.
Met algemeene stemmen sprak de vergadering haar instemming uit met de door het hoofdbestuur van het verbond verdedigde eentaligheid en zij droeg aan het bestuur der groep op, van het gevoelen der vergadering te doen blijken aan de regeering.
In verband hiermede werd ook bezorgdheid geuit voor de opschriften te Luik, waarvan evenwel nog niets bekend was, zoodat daarover nadere inlichtingen worden afgewacht.
Nog bracht een der aanwezigen onder de aandacht van het bestuur, dat de gemeente Amsterdam, blijkens haar inzending op de tentoonstelling van haar openbare diensten te Utrecht, een viertaligen uitleg bezigt, maar de Nederlandsche stelselmatig onderaan plaatst. De vergadering droeg aan het bestuur op, zich daarover tot het betrokken gemeentebestuur te wenden. VAN ES.