Nederland.
Nederland - Pays-Bas.
Toen Nederland besloot deel te nemen aan de Wereldtentoonstelling te Antwerpen in 1930 ter gelegenheid der viering van Belgiës honderdjarige onafhankelijkheid, mocht worden verondersteld, dat de inrichters van het Nederlandsche gebouw, zoo niet uitsluitend Nederlandsche opschriften bezigend, dan toch aan de eigen taal, welke ook die van het Vlaamsche land is, de eereplaats zouden geven.
Daar het Hoofdbestuur van het A.N.V. er niet gerust op was, dat dit gevoel van eigenwaarde voldoende levendig was bij de inrichters, zond het in November '29 reeds een vraag om inlichting tot het Uitvoerend Comité der Nederlandsche deelneming aan de Tentoonstelling. Het ontving toen de ambtelijke mededeeling, dat bij de tweetalige opschriften het Nederlandsch den voorrang zou krijgen.
De sedert openbaar gemaakte afbeeldingen van gevels in aanbouw, hebben echter het tegendeel bewezen en het Hoofdbestuur de vorige maand genoopt tot een protest in de Pers, dat groote instemming en naklank heeft gevonden.
Het gevoel van eigenwaarde in het Nederlandsche volk heeft zich weer eens flink doen gelden. Het staat daarbij in het goede gezelschap van andere landen, die deelnemen aan deze tentoonstelling. Volgens een onzer leden te Antwerpen, die een onderzoek instelde, zou Nederland het eenige land zijn dat twee talen gebruikt en alle andere landen een eentalig opschrift in de taal van het eigen land hebben.
Er moet nog gelegenheid zijn, de fout te herstellen; het gedeeltelijk afbreken van hetgeen reeds opgebouwd werd, kan niet zooveel bezwaar ontmoeten.
Het is werkelijk diep ontmoedigend, dat nù nog niet tot de Nederlandsche Regeering en de Commissie voor de Wereldtentoonstelling te Antwerpen is doorgedrongen, dat het de plicht van Nederland is zich in geheel Vlaanderen uitsluitend van de gemeenschappelijke taal te bedienen. Handelt Nederland anders, dan schiet het Vlaanderen in den rug.