M. Liesenborghs, trad op Pol de Mont, uit Antwerpen. Deze, trots zijne 73 jaren, nog steeds even jeugdig-geestdriftige dichter hing een sprekend beeld op van Guido Gezelle als mensch, als priester en als woordkunstenaar en droeg vervolgens een keuze van gedichten van den Westvlaamschen ‘meester’, zooals hij in den volksmond heette, voor, na op ieder gedicht telkens vooraf zijn verklarend licht te hebben laten vallen. Het was dan ook geen applaus dat den heer de Mont, bij het einde zijner lezing, die ongeveer twee uren duurde en allen ten slotte nog te kort bleek, te beurt mocht vallen, maar wel een donderende ovatie, terwijl ook vele leden er op stonden hem, na afloop, persoonlijk hun dank voor het genotene te betuigen.
Acht dagen later trad, in dezelfde zaal, met evenveel bijval, al was het publiek minder talrijk opgekomen, de heer J. van Elsäcker, uit Rotterdam, uitgezonden door het Comité van het A.N.V. voor Nederlandsche lezingen in Vlaanderen, eveneens voor tak Brussel op. Deze voordracht was een ware openbaring want niemand in Vlaanderen kende het zoo machtige als eenige talent van dezen Noordnederlandschen declamator, die onder de allerbesten dient gerekend. De wijze, waarop hij een deel van ‘Elckerlyc’ en vervolgens, na de rust, enkele gedichten van Jeanne van der Waals en Guido Gezelle alsook een drietal schetsen van Ernest Claes en de Sinclair vertolkte, was volmaakt te heeten. Deze voordracht sloeg zóó in, dat de heer Van Elsäcker tot een paar toegiften werd gedwongen en aan de instemmende toejuichingen wel geen einde scheen te zullen komen, toen de voorzitter van den tak den knappen kunstenaar een hartelijk en welgemeend: ‘Tot weerziens en wel zoo spoedig mogelijk’! toeriep.
Zaterdag 22 Maart hield de afdeeling haar schitterend geslaagd jaarlijksch Vlaamsch-Hollandsch verbroederingsfeest, met aansluitende danspartij, loterij, verrassingen, enz. in de bovenzalen van het Hotel Scheers, bij het Noorderstation. Het werd door honderden Vlamingen en Noord-Nederlanders bijgewoond en bracht een aardig sommetje op ten bate van het werk voor uitzending van zwakke en behoeftige Vlaamsche kinderen (‘Kindergeluk’).