Zuid-Afrika
Zuidafrikaansch leven.
De Afrikaansche Eisteddfod te Kaapstad - navolging van de jaarlijksche bijeenkomst ter bevordering van Keltische taal en letterkunde in Gr. Britannië - is zoo goed geslaagd, dat prof. dr. G.G. Cilliér, een der beoordeelaren, het plan opperde, dat de dames, die voordrachten hadden gehouden, het land zouden rondreizen, opdat elkeen van haar kunst zou kunnen genieten. Ook de tooneelvoorstellingen - waaronder Eerloos van Van Nouhuys - stonden op zeer hoog peil. Die Burger vindt het baie jammer, dat niet alle Afrikaners, die aan nederigheidswaan - en alle Engelschen, die aan hoogheidswaan - lijden, aanwezig waren, ‘want wie die voorreg gehad het om daar te luister, sal seker nie meer met minagting oor ons taal en kultuur praat nie.’
Te Bloemfontein werd het eerste concert in verband met den Afrikaanschen kunstwedstrijd gehouden. Er was scherpe mededinging; volgens Die Burger was de algemeene indruk, dat daar onder de Vrijstaatsche jeugd talenten schuilen. Sedert verleden jaar zijn vooral op muziekterrein verbazende vorderingen gemaakt. Hoofdrechter Jacob de Villiers hield een toespraak over den groei der Zuidafrikaansche taal en cultuur, waarin hij o.a. onder toejuiching verklaarde:
‘Op Nederlandse grondslag gebou, en met die hele Nederlandse woordeskat tot ons beskikking, het ons hier op Suid-Afrikaanse bodem baie van die onreëlmatighede en onnodige geslagte van die Nederlandse taal uitgeskakel, en 'n taal ontwikkel wat in eenvoud, in buigsaamheid, in rykdom en in praktiese waarde vir geen ander taal agteruitstaan nie.’
Een nieuwe letterkundige onderneming, waarvan veel verwacht wordt, is een bijblad voor kinderen van het mooie maandblad Die Huisgenoot. Kunst, wetenschap, geschiedenis zullen behandeld, verhalen en schetsen gegeven en voorlichting over beroepskeus verstrekt worden.
In het Koffiehuis te Kaapstad vierde onlangs de Oranjeklub den jaarlijkschen heldenavond.
Nadat mevr. Luyt ‘Kent gij dat volk’ had voorgedragen, hield de heer Gideon Roos, winner van den gouden penning op den Afrikaanschen Eistedfodd, een prachtige voordracht van Langenhovens ‘Die doodgeloopte pad’, een gedicht ter eere van generaal De Wet. Dr. A. Geyer verhief de grootheid van mannen als Krüger, Steyn, Hofmeyr, De Wet, De la Rey. Er behoorde, zeide hij, een boek geschreven te worden over deze reuzen, teneinde het nageslacht te bezielen. De heer F. Rompel gaf persoonlijke indrukken van Paul Krüger uit de moeilijke dagen van October 1899.
Hoe levend de herinnering aan dezen volksheld blijft, is ook bij de herdenking van Krügers 104den verjaardag op 10 October gebleken. Schoolkinderen trokken in optocht naar Krügers gedenkteeken en legden kransen neer; dr. H.D. van Broekhuizen hield een toespraak en 's avonds bracht, in het Operahuis, dr. D.H. Malan, minister van Binnenlandsche Zaken, hulde aan de grootheid van Krüger, die als staatsman gewerkt had voor de vrijheid van heel