Ingezonden.
Duitsch in een Nederlandsch hotel.
Het doet een oprecht Nederlander altijd aangenaam aan, wanneer hij, op reis zijnde, bemerkt dat men zijn taal verstaat, al is het dan nog zoo weinig. Doch het is wel zeer bedroevend, wanneer men in zijn eigen land moet gewaar worden, dat men zich tevergeefs tracht in zijn eigen taal verstaanbaar te maken, ja men U dwingt in Uw eigen land een vreemde taal te spreken.
Toen ik dezen zomer mijn vacantie in onze mooie badplaats Noordwijk doorbracht, had ik het mij tot een groot genot gemaakt een druk bezoeker te worden van het mooie groote hotel ‘Huis ter Duin’, dat door zijn prachtige ligging en uitgestrektheid heel de badplaats beheerscht en als het ware een aangewezen middelpunt is van het badleven aldaar. Doch bij mijn eerste bezoek aan dit hotel werd ik in geen geringe mate teleurgesteld. Ik werd opengedaan door een portier, die mij in het Duitsch te woord stond. De vertering werd opgediend door uitsluitend Duitsch personeel, die op elke vraag in het Nederlandsch naar een of ander verbruiksartikel, antwoordde met een ‘verstehe nicht’. Daar ik weigerde mij in mijn eigen land in een vreemde taal uit te drukken, riep ik den chef, doch tevergeefs, ook bij dezen kon ik mij slechts verstaanbaar maken in de Duitsche taal. Toen ik van de tennisvelden gebruik wenschte te maken, kon ik slechts in het Duitsch terecht.
Op nader onderzoek uitgaande bleek mij, dat men in dit hotel, van den liftjongen tot den Directeur slechts de Duitsche taal verstaat en dat zij allen òf weigeren òf niet bij machte zijn zich in het Nederlandsch uit te drukken.
Na deze ervaring heb ik dit hotel met ergernis vermeden. Ik heb later gehoord, dat vele andere bezoekers ditzelfde deden.
Mogen deze feiten de Directie van ‘Huis ter Duin’ tot nadenken brengen en tot het bewustzijn dat zij, alhoewel staande aan het hoofd van een Duitsche instelling, niettemin plichten heeft tegenover de burgers van het land, dat haar gastvrijheid verleent, door dezen niet te noodzaken bij een bezoek aan haar hotel de Duitsche taal te spreken.
Mr. M.G.J. BEVERS.
Delft, 12 October 1929.
Deze klacht is volkomen juist. Geen Nederlander moest, zoolang die schandelijke toestand voortduurt, een stap in het hotel Huis-ter-Duin te Noordwijk zetten.
Red.