De rijpere jeugd.
In den laatsten tijd leest men in dagbladen en paedagogische vlugschriften telkens van ‘de rijpere jeugd’, soms ook van ‘de rijpere en rijpe jeugd’, (waarbij dan blijkbaar ‘rijper’ niet de eigenlijke comparatief is van ‘rijp’, maar veeleer beteekent: nog niet geheel rijp!) Een en ander ongetwijfeld regelrecht uit het Duitsch overgenomen, waar ‘die reifere Jugend’ nu ook veel besproken wordt. Trouwens al die ‘jeugd-herbergen’, ‘jeugd-kerken’, ‘jeugd-centrale’ enz. zijn eveneens uit het Duitsch vertaald, neen overgenomen: het woord met de zaak, zooals vanouds overal en altijd. Immers jeugd was vroeger vrijwel een boekenwoord, en werd als collectief alleen in scherts, als tusschen ‘ ’, wel eens gebruikt: ‘hoe gaat 't met de jeugd enz.’
Zou het nu echter al te laat zijn om deze ‘jeugd’ als moderne Duitschers te merken en te herinneren aan de goede, oude Nederlandsche (en ondubbelzinnige) woorden halfwassen en volwassen (jeugd enz.): 't eerste o.a. welbekend als znw.: een halfwas (zie, zoo noodig, het Ned. Wdb.) en dit aan te bevelen? Dit zij aan Uw oordeel onderworpen door
N.N.