Neerlandia. Jaargang 33

Fransch Vlaanderen

VIde Vlaamsche Landdag van Frankrijk.

Te Steenvoorde is op 31 Juli het zesde Fransch - Vlaamsche Congres of de 6de Vlaamsche Landdag van Frankrijk gehouden. De opkomst was zeer groot. De leden werden ontvangen door het dagelijksch bestuur en het hoofdbestuur van het Vlaamsch Verbond, prof. C. Looten, deken van de Vrije faculteit der letteren te Rijsel, de heeren J. Blanckaert, voorzitter, Favereau, algemeen secretaris, A. Ficheroulle, penningmeester, mevrouw de la Chapelle de

[p. 137]

Fernas, mej. mr. Jeanne Vandamme, cand. i.d. letteren, de heeren Paul Verschave, hoogleeraar bij de vrije faculteit der rechten, directeur der school voor journalistiek, mr. Nicolas Bourgeois, mr. Vandendriessche, advocaat bij de balie te Rijsel, pastoor Despicht, hoogleeraar in de Nederlandsche taal en letteren bij de Vrije Universiteit te Rijsel, A.M. de Poncheville, letterkundige, pastoor Andouche, P. Vandamme, ingenieur. Vele overheidspersonen hadden zich bij hen gevoegd. Ook merkte men op den heer Albert van Hoyweghen, directeur van ‘Onze Taal’ en tal van anderen; ook waren er vele dames.

Het gezelschap bracht allereerst een bezoek aan de kerk, waar een Vlaamsch opschrift op den doopvont aller aandacht trok en daarna werd in afdeelingen vergaderd. In de letterkundige afdeeling deelde prof. Despicht mede, dat aan den wedstrijd voor de Vlaamsche taal en letterkunde 39 personen hadden deelgenomen met 85 bijdragen, waarin vooruitgang in vergelijking met het vorige jaar merkbaar was. Den bekroonden werden Vlaamsche boeken vereerd.

De heer Vandendriessche hield een voordracht over de Vlaamsche beschaving met overzicht van de hedendaagsche Vlaamsche letterkunde. De heer Jansen las het Verslag van de Fransche afdeeling van het Davidsfonds. De heer A.M. de Poncheville deed in een mooie rede uitkomen, hoe veel de Vlaamsche beschaving in den loop der tijden heeft bijgedragen tot de Fransche cultuur en hoe beide beschavingen elkaar aanvullen. Voorts werden ambtelijke verslagen uitgebracht, die levendig werden besproken.

Ten slotte vereenigden meer dan honderd gasten zich aan een feestdisch, waar zeer toegejuichte dronken werden uitgebracht o.a. in het Vlaamsch door den deken van Steenvoorde en prof. Looten. Mr. Mihura, advocaat bij het Hof van Verbreking en den Raad van State, secretaris van den Bond voor Gewestelijke Belangen gaf een kort begrip van het regionalisme en las een telegram voor van prof. Charles Brun, algemeen afgevaardigde van dien Bond, luidende: ‘Languedoc^*) groet Vlaanderen’. Prof. Looten werd warm toegejuicht met een Vlaamsch ‘Hij leve!’

VIde Vlaamsche Landdag van Frankrijk te Steenvoorde op 31 Juli 1929. Dagelijksch Bestuur en Hoofdraad van het Vlaamsch Verbond van Frankrijk. Van links tot rechts; Mr. Dr. J.E. Vandendriessche, advokaat, Z.E.H.R. Despicht, hoogleeraar, Jozef Parmentier, burgemeester van Steenvoorde, E.H.J. Andouche, leeraar, Justin Blanckaert, voorzitter. Z.E.H. Kan. Prof. Dr. K. Looten, eerevoorzitter. (Achter) P. Favereau, algemeen schrijver. Mevr. de la Chapelle de Fernas. Z.E.H. Lemeiter, pastoor-deken van Steenvoorde. Dr. Nic. Bourgeois. Prof. Dr. Paul Verschave. Mej. Dr. J. Vandamme. Mr. Mihura, alg schrijver der ‘Fédération Régionaliste Française’ (Parijs). - (Achter): P. Vandamme; André Mabille de Poncheville, letterkundige; Eerw. J.M. Gantois, vertegenwoordiger A.N.V. voor Fransch-Vlaanderen; Eerw. L. Allaeys; Eerw. L. Verhille; Eerw. Marcel Janssen, schrijverpenningmeester Afdeeling Fr.-Vl. van het Davidsfonds.

Het Congres heeft de volgende besluiten genomen:

De Vlaamsche kringen van Frankrijk, vereenigd in het 6de Vlaamsche Congres van Frankrijk te Steenvoorde op Woensdag 31 Juli 1929 onder bescherming van het gemeentebestuur en voorzitterschap van den heer kanunnik Looten:

1.	spreken, na bestudeering van het vraagstuk der tweetaligheid en der tweevoudige beschaving in Fransch Vlaanderen en na de heeren pastoor Despicht, mr. Vandendriessche en A. Mabille de Poncheville te hebben gehoord, den dringenden wensch uit, dat het onderricht in de taal, de letterkunde, de geschiedenis en de aardrijkskunde van Vlaanderen, ingevoerd zal worden in de drie graden van openbaar en bijzonder onderwijs;
2.	hopen, dat de besturen der openbare lichamen of groote maatschappijen, zooals de douanen, de post, de spoorwegen, enz. bij de ambtelijke toelatingsexamens bijzondere punten zullen toekennen aan candidaten, die bekend zijn met de Vlaamsche taal;
3.	herinneren aan het belang der jaarlijksche taal- en letterkundige wedstrijden van het Vlaamsch Verbond;

*) Zuidfransch taalgebied.

[p. 138]

4.	besluiten tot inrichting van een kosteloozen schriftelijken leergang in de Vlaamsche taal onder leiding van pastoor Despicht.

Voorts: aanbeveling aan alle Fransch-Vlamingen om toe te treden tot het Vlaamsch Verbond; tot het inteekenen op de beide ambtelijke organen van het Vlaamsch Verbond ‘De Torrewachter’, en ‘Le Lion de Flandre’; tot het lezen van Vlaamsche geschriften, in het bijzonder de uitgaven van het Davidsfonds (5 deelen in het jaar); tot het vieren van den honderdsten geboortedag van Guido Gezelle op 1 Mei 1930, besluitende, in 1929-1930 een reeks van lezingen te doen houden over zijn persoon en werk. De aandacht werd gevestigd op Vlaamsche tooneelvoorstellingen, met den wensch, dat tooneelgezelschappen daartoe zullen worden opgericht naar het voorbeeld van de vereenigingen te Eecke. Gemeentebesturen, schoolhoofden en jeugdleiders werden uitgenoodigd, kringen tot beoefening van de Vlaamsche taal te vormen.