Karel van de Woestijne †.
Het verlies, dat de Vlaamsche letterkunde treft door den dood van Karel van de Woestijne gaat ver boven Vlaanderen uit. Zijn verzen, studies en verhandelingen, die hem tot een waardig, ja sterker Nederlandsch-voelend opvolger maakten van Prof. Paul Frédéricq als hoogleeraar in de Nederlandsche letterkundige geschiedenis aan de hoogeschool te Gent, hebben een gedenkteeken voor hem opgebouwd en machtig, beheerschend verrijst zijn gestalte in het wijde land der Nederlandsche litteratuur. Naast August Vermeylen mag hij voortrekker heeten van een nieuwe Vlaamsche beschaving.
Karel van de Woestijne was een waar dichter: hartstochtelijk, bewogen, meegesleept naar bezielende hoogten, naar duistere diepten, den hemel tartend en dan weer door ootmoed gebroken. En al was zijn dicht niet voor ieder gezongen, de hoop en de verlangens van het opkomende geslacht leefden in hem en de uitwerking van zijn poëzie belooft machtiger te worden, naarmate het Vlaamsche volk beter zijn bestemming gaat begrijpen. Voor zijn diepere ontwikkeling dankt Van de Woestijne veel aan Willem Kloos, die, naar hij getuigd heeft, zijn oogen opende op een ruimere, diepere, menschelijker dichtkunst.
Karel van de Woestijne werd op 10 Maart 1878 te Gent geboren. Zijn eerste opleiding ontving hij aan het Athenaeum; daarna heeft hij in de wijsbegeerte gestudeerd, die voor zijn kunst een anker is geweest. Op zijn vijftigsten verjaardag in Maart van het vorig jaar heeft Noord en Zuid hulde gebracht aan zijn groote gaven en nu hij, Zaterdag 24 dezer op zijn buiten te Zwijnaarde bij Gent gestorven is tot rouw van den Nederlandschen stam, herdenken wij dankbaar den schat in dicht en ondicht, dien Van de Woestijne de Nederlandsche beschaving heeft gegeven.