Neerlandia. Jaargang 33
(1929)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdAfrikaansch en Engelsch.In een rede te Kaapstad heeft een lid van de Zuidafrikaansche partij, de heer Coulter, zich zeer tevreden betuigd over de rechtvaardigheid, die (meent hij) zijn partij in het taalvraagstuk betracht. Zij heeft volgens hem nooit een van haar aanhangers in den staatsdienst voorgetrokken. En alle redenaars van den laatsten tijd - van dezelfde partij - praatten den heer Coulter na. Van die rechtvaardigheid moet men zich echter volgens Die Burger niet te veel voorstellen! Gedurende de laatste 4 jaren van genl. Smuts' bewind werden 3071 Engelsch sprekenden en 1760 Nederlandsch sprekendenGa naar voetnoot1) in den staatsdienst benoemd, tengevolge waarvan die dienst voor 80 t.h. Engelsch sprekend was. In de hoogere ambten was de verhouding nog ongunstiger. Onder de ambtenaren met $ 600 en meer salaris waren er 189 Engelsch sprekenden tegenover 6 Nederlandsch sprekenden en van die 189 waren er 168 eentalig, al die 6 Nederlandsch sprekenden tweetalig. Daartegenover stelt het blad, dat gedurende de 4 jaren van het tegenwoordige (Hertzog-)bewind n.l. van 1924 tot 1928, inden staatsdienst werden benoemd 3152 Engelsch sprekenden en 3097 Nederlandsch sprekenden. Uit een en ander mag men de hoop putten, dat door het aanblijven van het Hertzog-bewind, de ambtelijke rechtvaardigheid tegenover de beide landstalen er zeker niet op achteruit zal gaan. |
|