Neerlandia. Jaargang 33
(1929)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdBoekencommissie.
| |
[pagina 88]
| |
En niemand van U zal er bezwaar tegen maken om met derving van de enkele centen, die de voddenkoopman U zou willen geven, alles maar ineens aan ons te geven. Men beschouwe de Boekencommissie als een soort van Letterkundig Leger des Heils. Het verschil is slechts, dat wij bezwaarlijk langs den weg kunnen gaan met een karretje, om boeken op te halen, zooals die andere philantropische instelling oude kleeren ophaalt. Het moet niet huis aan huis noodig zijn het zóó te doen. Men mag toch aannemen, dat de leden van het Alg. Nederl. Verbond wel zooveel liefde voor de zaak van Nederland hebben, dat zij met een boodschap, een briefkaartje of een telefoontje, (125C8) de B.C. Laan 34, Den Haag, kennis kunnen geven van hun wensch, om de B.C. den voorrang te geven boven den ou-kleerkoopman. De vorige maand nog ontving ik uit Harderwijk twee kisten met een mengeling van oude, zeer goede boeken en een mededeeling van de geefster, dat zij daarvoor geen dank behoefde of verdiende, want dat zij anders niet wist, wat met die boeken te doen. Dank, groote dank komt haar toe, zooal niet voor het in haar oog waardelooze geschenk, toch zeker voor de moeite, die zij zich gaf, om alles in een kist te pakken en te verzenden. Waarbij ik niet vergeten mag, dat zij zelfs de verzendingskosten betaalde. Het is slechts de geringe moeite, die wij van U vragen; in Den Haag halen wij alles desgevraagd af. Uit andere plaatsen verzoeken wij slechts ongefrankeerde verzending. Het zou onjuist zijn, indien men meende, dat het werk van de Boekencommissie uitsluitend bezien moet worden in het licht van het voordeel, dat het den ontvangers in den vreemde biedt. Toen 26 jaar geleden de Boekencommissie werd opgericht, zal ook wel niet hebben voorgezeten als uiteindelijk doel ‘kostelooze leesstof voor Nederlanders en Stamverwanten in den vreemde’. Wat men voor ‘doel’ zou kunnen aanzien, is slechts ‘middel’. Het doel ligt hooger en moet genoemd worden ‘De Zaak van Nederland in den Vreemde’. Wie het zoo ziet, zal moeten toegeven, dat alle weldenkende Nederlanders en zeer zeker in de eerste plaats de leden van het Alg. Nederl. Verbond dit goedkoope, stille werk voor Neerlands Cultuur mogen en moeten steunen. Indien ik Uw geld vroeg, zou ik tot een groot aantal spreken, die dit voor dit doel niet kunnen missen, doch wie onder U zal beweren, dat hij niets voor de Boekencommissie in huis heeft? Nu rest mij nog een vraag. Waarom gaf geen enkele afdeeling, met uitzondering van die te Dordrecht, gehoor aan mijn vorigen oproep in Neerlandia? Is het ‘zoo veel moeite’ voor een afdeeling, den leden te verzoeken de oude boeken niet alleen van hen zelf doch ook van vrienden en kennissen te vergaren en zonder kosten aan de B.C. te zenden? Het behoeft niet op één dag te geschieden en iemand is er toch wel te vinden, die zich bereid verklaart tijdelijk wat bergruimte beschikbaar te stellen voor de druppelsgewijze binnenkomende giften. Ik vraag geen ingewikkelde, hardwerkende organisatie, ik vraag slechts wat elk lid zonder veel moeite, zonder kosten, zonder tijdverlies doen kan. Helpt ons te voorzien in de geestelijke en cultureele behoeften van al wat onze taal spreekt buiten onze grenzen en vergeet niet dat wat U ‘doel’ toeschijnt slechts ‘middel’ is. J.P. BOLTEN. Dir. B.C. v h. Alg. Ned. Verbond. |
|