Nederlanders in Argentinië.
Uit Buenos Aires klinken echt Nederlandsche klanken. Weer heeft de Nederlandsche kolonie daar het Sinterklaasfeest gevierd, het meest Nederlandsche van al onze feesten. Een ander Nederlandsch levensverschijnsel was een schilderijententoonstelling van den schilder J. Witgens Stephan, die, hoe lang hij ook reeds in Argentinië woont, alle echt Nederlandsche kenmerken in zijn werk schijnt te hebben bewaard. Ons Weekblad schrijft, dat men de aanduiding ‘moderne Hollandsche school’ gerust uit de nummerlijst had kunnen weglaten, zoo echt Nederlandsch zijn de keus van het onderwerp, de wijze van zien en de uitvoering. Het tentoonstellingszaaltje was het eigendom van een Vlaamsche, mevr. Naumans, die Fransch sprak of Vlaamsch klapte en meehielp bij het ontvangen van bezoekers, o.w. de Ned. gezant met zijn echtgenoote en de consul.
Mogen al onze landgenooten hun Nederlandschen aard zoo goed bewaren, als van dezen schilder wordt getuigd! Het is geen goed teeken, dat bij de nadering van het feest aan de redactie van het weekblad verzocht werd, de bekendste Sinterklaasliederen nog eens op te nemen, opdat ouders en kinderen die konden uitknippen en van buiten leeren. De redactie voldeed aan dit verzoek, maar schrijft: ‘We behoorden ons eigenlijk te schamen, dat zoo iets noodig is. Zal men ons binnenkort verzoeken, het A-B-C nogeens bekend te maken, of de tafels van vermenigvuldiging?’ Natuurlijk niet, want die zijn internationaal en daarin voelen Nederlanders zich wel thuis.
Het blad dringt verder nog eens aan op meer inspanning, om Nederland en Nederlandsche voortbrengselen in Zuid-Amerika bekend te maken. Gooit den spiering uit om den kabeljauw te vangen! roept het ons toe. Nederland schijnt niet voldoende overtuigd van de belangrijkheid van die landen en ziet teveel op tegen de kosten om hun aandacht te trekken. Ongetwijfeld is daar nog ruimte genoeg voor de ontplooiing van Nederlandsche geest- en werkkracht.