Het voetspoor der vaderen
Nederlanders in de Oostenrijksche Geschiedenis.
Keizerin Maria Theresia en keizer Jozef I verleenden gaarne de gastvrijheid van hun hof aan buitengewone lieden uit de Oostenrijksche Nederlanden. Op aansporing van Maria Theresia stichtte haar lijfarts Van Swieten, die uit Brussel afkomstig was, te Weenen een geneeskundige kliniek, die nog heden onder leiding staat van onzen landgenoot prof. Wenckebach. Adriaen van Steekhoven voerde, als keizerlijk hovenier, de plannen uit van Le Nôtre voor de tuinen van Schönbrunn. De Ringstrasse heeft voor haar schoonheid veel te danken aan de bouwwerken van den Nederlandschen bouwmeester Van der Nul. Naar al deze mannen zijn straten van Weenen genoemd.
Uit een feestcourant door de Wiener Zeitung onlangs uitgegeven ter gelegenheid van haar 225-jarig bestaan, blijkt, dat ook dat dagblad veel te danken heeft aan een Nederlander, Johan van Ghelen (1645 - 1721). Hij was de zoon van een Antwerpsch drukker en kwam in 1670, na een reis door Duitschland, te Weenen, waar hij een hartelijk welkom vond bij J.B. Hacque, een drukker van werken in vreemde talen. Hacque kon een man, die Duitsch, Latijn, Nederlandsch, Fransch, Italiaansch, Spaansch en Hongaarsch kende, uitmuntend gebruiken. Door huwelijk eigenaar van de drukkerij geworden, verwierf Van Ghelen het keizerlijk voorrecht tot het drukken en verkoopen van ‘latijnsche en welsche’ dagbladen en zijn zoon Johann Peter werd een der eerste hoofdopstellers van het Wienerische Diarium, de latere Wiener Zeitung, waarvoor hij het recht van uitgifte kocht.
De Wiener Zeitung nr. 113 bracht het portret van dezen Nederlandschen geleerde door Jakob van Schuppen, mede van Nederlandsche afstamming, zooals uit het zeer mooie schilderij aanstonds te zien is.