Neerlandia. Jaargang 32

Dr. L. Knappert, Schets van eene geschiedenis onzer handelskerken ('s-Gravenhage, Nijhoff 1928).

Dit boekje van den Leidschen hoogleeraar, die als warm Vaderlander in ons Verbond een bekende figuur is, zal bij de leden daarvan zeker wel aftrek vinden. Vooral bij hen, die tot de Groepen en Afdeelingen buiten de kerngebieden, bij hen, die tot Ned.-Indië, Suriname en dergelijke behooren. Want daar is het, dat men de handelskerken zoeken moet, waarvan de titel spreekt.

De schrijver begint zijn relaas, dat juist een dozijn hoofdstukken bevat, met min of meer over dien naam ‘handelskerken’ zijn verontschuldiging te maken. Inderdaad is die ook weinig mooi! Met een kleine wijziging van een betiteling, die hij in zijn Inleidend hoofdstuk ook noemt, maar - echter zonder opgaaf van redenen - verwerpt, had hij ze m.i. veel beter: ‘de Nederlandsche Kerken over zee’ kunnen noemen. Dat had vrij wat pittiger geklonken.

Afgezien van dit bezwaar echter: wat de heer Knappert, in den vlotten verteltrant, die hem eigen is, voor en na over allerlei nederzettingen vertelt, moet belangwekkend heeten. En belangwekkend is ook zijn overzicht over de bronnen en litteratuur, die op zijn onderwerp betrekking hebben. Wetenschappelijk gesproken is dat misschien zelfs nog het allervoornaamste en allerwelkomste. Want wat wij hier kregen, is nog het definitieve werk niet, dat wij erover hopen te krijgen. De heer

[p. 162]

Knappert zelf noemt het een schets. En, zooals aan zoo veel studiën nog met betrekking tot ons koloniale rijk, aan een behandeling van het onderwerp, die het uitput, blijven wij behoefte houden. Daarvoor zal dan echter het hier geboden overzicht van groot belang zijn. Wie weet, of het tegelijkertijd ook niet den een of anderen onderzoeker tot de uitvoering van dat grootere plan aanzet!

H.

V. Sch.