Vlaanderen.
Onze rolprent Nederland in Antwerpen vertoond.
Zooals men in de dagbladen heeft kunnen lezen, had het A.N.V. zijn rolprent Nederland afgestaan voor den eersten avond (19 Sept.) der dezen zomer opgerichte Nederlandsche Vereeniging te Antwerpen.
Aan een geestdriftig verslag, dat de secretaris der N.V., de heer F. Goedhart, ons zond, ontleenen we het volgende:
Hoewel de vertooning eerst om half negen zou aanvangen, bleek, dat om kwart over acht de zoo gezellige en de voor deze gelegenheid in bioscoop veranderde zaal van Gebouw Patria reeds volledig bezet was! Er waren over de 300 personen aanwezig, o.w. de heer A. Ruys, Consul-Generaal der Nederlanden, bestuursleden van het A.N.V. tak Antwerpen, de Hollandsche Club, Limburgia, Vlaamsch Economisch Verbond, Vlaamsche Toeristenbond, de Vlaamsche Club en talrijke bekende figuren uit de Vlaamsche kunst- en handelswereld.
Om half negen opende de Voorzitter, de heer L. Blitz, de bijeenkomst met een woord van welkom aan den heer Ruys en aan de vertegenwoordigde vereenigingen. Spreker prees de medewerking en de hulp van het Hoofdbestuur van het A.N.V.
Hierna nam de vertooning een aanvang en al dadelijk werd onze aandacht geboeid door de alleraardigste en oorspronkelijke wijze, waarop werd aangetoond, welk een klein plekje ons Vaderland toch wel inneemt op den aardbol. Ook werd op dezelfde wijze de grootte van onze koloniën uitgemeten op de kaart van Europa. Duidelijk bleek, dat ons landje, dank zij den voortdurenden strijd onzer voorouders, grootendeels op het water veroverd werd. Een machtige indruk werd ons gegeven van de Hollandsche werktuigkunde door het in beeld brengen van de verschillende bruggen, waarvan in het bijzonder die over den Moerdijk genoemd moet worden. Tevens kregen wij even een kijkje op de werkzaamheden van de drooglegging der Zuiderzee. Verder kregen wij de groote Nederlandsche havens en de scheepvaart. Waarlijk, wij Nederlanders ‘in de verstrooiing’ mogen trotsch zijn op onze handelsvloot en op haveninrichtingen als die van Rotterdam en Amsterdam, welke voor geen ander land ter wereld hoeven onder te doen. Ook de Hollandsche scheepsbouwers en wereldberoemde baggermolens mogen er wezen.
Het tweede gedeelte gaf ons een algemeen over-