A.D.W. Wolmarans †.
A.D.W. Wolmarans - Oom Danie - is op ruim 70-jarigen ouderdom overleden op zijn plaats ‘Koffiespruit’ in het district Pretoria.
Fred. Rompel noemt in ‘Helden uit den Boerenoorlog’ Wolmarans de belangrijkste persoonlijkheid in de Transvaalsche politiek na Krüger en zegt, dat zijn invloed als lid van het wetgevend lichaam zoo groot was, dat slechts bij uitzondering, hetgeen hij voorstelde, niet werd aangenomen. Hij toonde buitengewoon doorzicht in moeilijke vraagstukken en een gezond verstand, dat ontzag inboezemde, een aangeboren redenaarsgave, groote diplomatieke gaven, een onbuigzamen wil en overwicht op zijn gelijken. Men koos hem in alle commissies, waarvan hij dra voorzitter en beweegkracht werd. Als hij aan het woord was, luisterde de geheele vergadering en het had altijd invloed op den loop van het debat. Mooi sprak hij niet, maar pittig en krachtig, vol vuur en overtuiging. Hij was steeds slagvaardig en dikwijls zeer scherp. In alle belangrijke zaken vond staatspresident Krüger in Wolmarans krachtige hulp. Generaal Joubert, die meestal van een tegengestelde meening was, moest niettemin zijn meerderheid erkennen.
Een hoekige, strenge figuur, een man als Amsterdams burgemeester P.C. Hooft, door Vondel geprezen om zijn ‘geweten zonder rimpel’. Menig verlokkelijk aanbod moeten de talrijke concessiejagers in Transvaal ook hem hebben gedaan. Maar zelfs den schijn van een onzelfstandige stem vermeed hij.
Wolmarans is in den laatsten Boerenoorlog niet op kommando gegaan. Hij was voorzitter van het Kommissariaat en lid van den Uitvoerenden Raad en men kon hem niet missen. Dan toen men zijn beleid noodig had voor de buitengewone zending naar de vorsten en volken, om recht te vragen voor de twee benarde kleine republieken. Cornelis Wessels en Abraham Fisher waren de andere leden van dit driemanschap, dat alleen in Nederland krachtigen steun vond. Wolmarans heeft een tijdlang in Den Haag gewoond in dezelfde villa, waar ook de oude Krüger herhaaldelijk vertoefd heeft.
Evenals Krüger is Wolmarans zijn loopbaan als veehoeder begonnen. Het ‘veld’ leerde hem bezinning en handelen, zichzelf leerde hij lezen. De wetten van zijn land kende hij als zijn Bijbel. De Ned. Herv. Kerk heeft wellicht haar behoud te danken aan zijn adviezen als ouderling in de moeilijke jaren har er herinrichting tusschen 1880 en 1890.
Op zijn 31ste jaar werd Wolmarans lid van den Volksraad. Van 1901 tot 1910 zat hij als leider der regeeringspartij in den Wetgevenden Raad. Hij is jarenlang bestuurslid geweest van de politieke partij ‘Het Volk’, die hem evenwel in het bekende geschil met Botha - wiens sterkste tegenstander hij was - in het ongelijk stelde. Later is Wolmarans als een der acht senatoren der Unie gekozen op voorstel van Botha zelf.
Wolmarans was een man van weinig woorden, die naar niemands gunst dong, somber, door 't gewicht van zijn ambt, een zwakke gezondheid en de moeilijke tijden. Maar de populariteit, die hij niet zocht, kwam toch, zooals blijkt uit de gemeenzame namen ‘Danie’ naar Afrikaanschen, A.D.W. naar Engelschen trant, die men hem gaf. Het Zuid-afrikaansche volk kent en eert de mannen, die het tot een éénheid smeedden.