geladen tram en scheurt de eerbiedige stilte.
De bisschop bidt kort, in 't Engels. Luidsprekers gooien z'n forse woorden ver over de menigte.
Volgt Ds. Nel, moderator van de Verenigde kerk met een gebed in 't Afrikaans. Weer wordt helaas de plechtigheid door een knarsende tram gestoord.
Administrateur Hofmeyr geeft de twee vlaggen aan twee leden van de vloot Liga, en houdt dan z'n rede, die als altijd goed in elkaar zit. De korte inhoud is: verleden, tegenspoed, teleurstelling, nieuwe toewijding, 'n groot werk en 'n grote toekomst, dankbaarheid. (Afrikaans).
Daarna leest H.K.H. Prinses Alice de toespraak voor, die op 't zelfde ogenblik door de Goeverneur-generaal te Kaapstad wordt gehouden. In een goed stuk wordt de waarde van de Union Jack duidelik gemaakt, dan van de nieuwe vlag, dan de betekenis van beide vlaggen.
Nu gaan beide vlaggen op 't zelfde oogenblik de lucht in en ontplooien zich boven. Slapjes gaat er een gejuich op. 't Eerste van de 21 saluutschoten dreunt door de lucht, 'n Sqadron vliegtuigen snort door de lucht, maakt prachtig gelijkmatig een bevallige buiging naar beneden en weer op: 'n eresaluut voor de vlaggen.
De Administrateur vraagt drie hoera's voor de twee vlaggen en voor de Prinses, 't Publiek geeft ze, de hoera's, omdat ze gevraagd worden. Maar geestdrift is er niet, alle geestdrift wordt gemist.
Patrick Duncan vertelt in 't Engels van andere gelukkige landen met twee vlaggen. Hij beweert, dat, wie rassenhaat predikt, kwaad doet aan Z. Afrika; en verklaart, hoe we 'n nationale vlag kunnen hebben en toch eenheid met het Britse rijk.
Minister Tieleman Roos, die zich naam maakt door het loslaten van gevangenen, hier bandieten of tronkvogels genoemd, zegt, dat Z. Afrika 'n vrije, onafhankelike staat is. De nationale (nieuwe) vlag geeft ons de onafhankelikheid terug en de Union Jack verzinnebeeldt de Rijksbetrekking. Woordelik nog: ‘Nou sal ons ewigdurende konstitusionele vrede he. Nou het ons werklik Unie’.
Een koor zingt ‘Die Stem van Suid-Afrika’ en ‘God save the King’ en de plechtigheid is afgelopen.
Als we langzaam naar de Kerkstraat afzakken, vermenigvuldigen de gedachten zich. We denken terug aan de dagen van oom Paul. Aan de oude Vierkleur: ‘En wee die godvergeten hand, wat dit weer neer wil haal’. En? Maar neen, de Bijbel leert: ‘Bidt voor degenen, die u geweld aandoen’, 'n Ideale leer, moeilik in de praktijk.
Even met de tram naar Pretoria West om een kijkje te nemen op de Tentoonstelling.
Boven de deur van de Hollandse afdeling prijkt het Nederlandse wapen, geflankeerd door twee Nederlandsche vlaggen.
De Hollandse afdeling hier is overgebracht van Johannesburg.
Daar is bijgekomen een mooie zending foto's en platen van Nederlands Indië; en in 't midden van de zaal draait lustig een windmolen, als reklame (op de wieken) voor Van Houtens cacao.
Er is flink ruimte en mooi licht en de opstelling van 't geheel is met smaak uitgevoerd door onze meubelfabrikant, C.A. van Schaik, een van die Hollanders, die altijd gereed zijn, hun tijd en krachten, geheel belangeloos te geven, waar het geldt de belangen van 't Hollands element en van 't oude Vaderland. Gelukkig heeft hij ook nu flinke hulp.
De ijverige sekretaris van de Kamer van Koophandel, de heer H. Samson, die voor een keurig geschriftje over de Hollandse afdeling heeft gezorgd, is met de penningmeester, de heer Van Ingen Schenau, doorlopend aanwezig, om belangstellenden in te lichten. De heer Brune hielp van 't begin af bij de opstelling en de heer Diepeveen zorgde voor het geldelik beheer. Holland maakt hier een goed figuur. Deze tentoonstelling brengt Holland en de Unie van Z. Afrika dichter bij elkaar. En we roepen onze nijveraars en onze handelslui in Holland alvast het Welkom toe voor 1929!
De Nederlandsche Kamer van Koophandel te Pretoria, waarvan de heer Obermeyer voorzitter is, heeft begrepen, dat we beide tentoonstellingen, hier en in Johannesburg, hoofdzakelik te danken hebben aan de werkkracht en ijver van onze Konsul-generaal, Dr. Lorentz. Hem werd, twee dagen na afloop van de Tentoonstelling, als blijk van waardeering een maaltijd aangeboden, waarvoor de deelneming spontaan was en waar een gezellige, opgewekte geest heerste.
Pretoria, 11 Junie '28. Z.