scheikundigen in den Haag, alsook der sterrenkundigen te Leiden.
De Fransche koloniale vereeniging heeft te Parijs een feestmaal gegeven ter eere van den Nederlandschen en den Belgischen minister van kolonien. Tafelvoorzitter was de President der Republiek. Minister dr. Koningsberger werd bij deze gelegenheid tot groot-officier van het Legioen van Eer benoemd. Het Nederlandsche koloniale bewind werd daarbij geprezen door den voorzitter der Union, den oud-minister François Marsal, die Nederlands meerderheid in koloniseeringswerk onbetwistbaar noemde. ‘De werkwijzen die in Ned. Indië worden toegepast, kunnen, zeide hij, aan alle koloniseerende staten tot voorbeeld strekken.’ Met eerbied gewaagde de heer Marsal hierbij van hetgeen Nederlandsche vliegers en de regeeringen van Nederland en Ned. Indië voor de verbinding van Nederland en Indië door de lucht hadden gedaan. Ook de Fransche minister van koloniën, Léon Perrier, hield een voor het Nederlandsche ‘kolonialisme’ zeer vleiende toespraak.
Dr. H.P. Berlage is benoemd tot eeredoctor aan de Technische hoogeschool te Weenen. In zijn daarbij gehouden feestrede heeft prof. dr. Karl Holey den invloed der nieuwe Nederlandsche bouwkunst met die der Hollandsche schilderschool van de 17de eeuw vergeleken. Daarin zag hij het werk van Berlage. Berlage - zei de hoogleeraar o.m. - heeft voorzien, dat de bouwkunst de eerste plaats onder de kunsten zal innemen, omdat zij de eigenlijke volkskunst is, niet de kunst van den enkeling maar van de gemeenschap, de openbaring van hoogste kunnen van een geheel volk.’
Een Nederlandsche onderneming heeft de Turksche regeering aangeboden, de Guediz Tsjai, een rivier beoosten Alasjir, bevaarbaar te maken; het provinciaal bestuur van Smirna heeft zich reeds in beginsel met deze plannen vereenigd. De meeste Nederlanders kennen zelfs den naam van deze rivier niet. Juist daarom waren hier zaken te doen! Bekende wegen worden druk begaan, maar men plukt er geen vruchten.
De Nederlandsche Bond in Duitschland geeft een teeken van leven, dat ver klinken zal. Uit de vereenigingen, die bij dezen Bond zijn aangesloten, is de wensch gerezen, het volgend jaar met duizenden bondsleden, met muziek en vaandels twee dagen naar Nederland te komen. Het doel van dit plan is, Nederlanders, die nooit in het vaderland waren of sinds tientallen jaren in Duitschland wonen, eens een indruk van ons vaderlandsch leven te geven en tevens dat vaderland op de aanhankelijkheid van Nederlanders in den vreemde opmerkzaam te maken. Men hoopt Amsterdam en Den Haag te bezoeken en gelegenheid te krijgen, aan de Koningin voorbij te trekken. Sluit zich de katholieke organisatie - de federatie van Nederl. St. Jozefvereenigingen in Duitschland - hierbij aan, dan zou de indruk van eensgezindheid nog versterkt worden!