Wat Men van Nederland zegt.
De Olympische Spelen doen de belangstelling in ons land toenemen en lokken tot studie uit van hetgeen in Nederland buiten landbouw en oude kunst te zien en te doen is. Een Poolsch blad, de Kurjer Warszawski, bevat een reeks van artikelen over Nederland, van den heer Z. Debicki van den Bond der Poolsche journalistenvereenigingen. Hij bezichtigde o.a. de diamantslijperijen te Amsterdam en den nieuwen sluizenbouw te IJmuiden en een indruk van ‘liliputarbeid en cyclopenwerk’ bleef hem bij. In een ander stuk deelt hij mede, dat koningin Wilhelmina 57,300,000 onderdanen heeft. Eindelijk dringt dus, hetgeen de Nederlandschelafgevaardigden voor het eerst op de tweede Vredesconferentie (1907) verkondigden, algemeen door! Ook de Hamburger Nachrichten stemt op dien toon in een waardeerend artikel, waarin ons koloniaal rijk zonder naijver wordt herdacht.
Zeer vleiend over Nederland en de Nederlanders in het algemeen schrijft Mej. Merial Buchanan in haar ‘Diplomacy and Foreign Courts’, dezer dagen te Londen verschenen. Alleen over de babbelzucht der hofstad is zij niet te spreken en, daar zij in vele groote steden van Europa heeft gewoond en tijdens het gezantschap van haar vader in Den Haag (1908 - 1910) in voorname kringen verkeerde, mag zij daarover oordeelen.
‘Nergens in de wereld’, schrijft zij, ‘ben ik zulk een ij del gewauwel, zulk een boosaardig en plagerig geklets tegengekomen als hier in Den Haag. Den Haag is een stad, waar niet alleen de oude wijven kletsen, hier zijn het zelfs de jonge mannen, die in hun clubs praten over hun kennissen, hun familie, andermans zusters en echtgenooten en door deze boosaardige praatjes en verdachtmakingen vele ongelukken teweeg brengen.’
Niet alle Engelsche dames echter schrijven met gezag over ons land. Zekere juffrouw Nelle M. Scarlan heeft in een Londensch weekblad (‘John O London's Weekly’) een stukje geplaatst, waarin zij zich als volgt over Java uitlaat:
‘Java behoort tegenwoordig aan de Nederlanders. Lang geleden was het eigendom van de Engelschen, doch wij stelden toen meer belang in havens voor onze schepen dan in land voor uitbreiding en daarom kreeg Nederland Java.’
Zoo zou men kunnen schrijven:
‘Lang geleden heeft Engeland een Hollandschen koning gehad. Maar na diens dood mochten zij zichzelf weer regeeren.’
Dat klinkt ongeveer even dwaas.