Nederlandsche Wetenschap.
Aan een feestmaaltijd hebben de leden van het te Leiden bijeengekomen wereldcongres van sterrenkundigen door een minuut stilte, opstaande, hulde gebracht aan de nagedachtenis van twee groote Nederlandsche geleerden, Christiaan Huygens en J.C. Kapteyn.
‘Ons volk weet te weinig van zijn groote mannen’, schreef dezer dagen prof. H.W. Bordewijk (Groningen). ‘Gedeeltelijk is dit wel uit zijn karakter te verklaren, dat van niets zoo afkeerig schijnt als van hetgeen ook maar van ver naar heldenvereering zweemt. Die eigenschap kan overdreven worden, vooral wanneer zij zich paart aan vooringenomenheid met wat “het” buitenland biedt.’
Wie het een en ander van dit congres gezien heeft, is getuige geweest van een internationale bewondering voor de Nederlandsche wetenschap, die alleszins rechtmatig was. De tentoonstelling van instrumenten en Huygens-herinneringen, ingericht door dr. C.A. Crommelin, heeft de bewondering versterkt voor de verbazingwekkende vindingrijkheid van Chr. Huygens. En de rondgang door het Cryogeen-laboratorium was als een pelgrimstocht naar de heilige plaatsen, waar het Zeeman-effect ontdekt werd en Kamerlingh Onnes voor de eerste maal helium vloeibaar maakte.
De geschiedenis der sterrenkunde wemelt van beroemde Nederlandsche namen.