Een Tweetalig Land!
Vele Belgen vergeten te dikwijls, dat België een tweetalig land is. Zoo schreef de berichtgever van een der bladen over het gebeurde van 10 Juni op de Schelde, dat hij, met het gezelschap Nothomb te Hansweert aankomende, straatkreten hoorde, die hij niet verstond. Let wel: kreten in het Nederlandsch, d.i. een der beide talen van zijn vaderland! Het is ook geen wonder, wanneer men bedenkt hoe dikwijls de overheid in dezen achterblijft. Verleden jaar bijv. verscheen het ambtelijke verslag der Congo-kolonie voor de eerste maal ook in het Nederlandsch en kwam de regeering voor het eerst op het denkbeeld, dat er van de Gemeentewet toch eigenlijk een Nederlandsche vertaling behoorde te bestaan.
Thans staat men in Wallonië verbaasd over het wetsontwerp-Jaspar, dat o.m. aan alle Belgische officieren grondige kennis van het Nederlandsch wil opleggen. Het bestuur van de Assemblée Wallonne spreekt van ‘een gevaarlijke nieuwigheid’ en van ‘nieuwe voorrechten ten profijte van de Vlamingen.’ ‘Deze buitensporige tweetaligheid’, schrijft het, ‘zou tot onvermijdelijk gevolg hebben, dat de militaire loopbaan werd afgesloten voor de Walen en dat het Leger een bijna uit Vlamingen bestaand corps officieren kreeg.’
En dan volgt een reeks van klachten, waaruit wij aanstippen de verklaring, dat aanneming van deze wet zou gelijkstaan met verbreking van het ‘eenheidspact’, bijna een eeuw geleden tusschen Vlamingen en Walen gesloten. Zelfs zou de Assemblée Wallonne reeds nu moeten onderzoeken of in dat geval ‘de Walen niet gerechtigd zouden zijn om zich onafhankelijk te verklaren, een vrijen staat te vormen en de gemeenten van de Brusselsche agglomeratie en van de taalgrens, die zich solidair met hun zouden verklaren, daarin op te nemen.’
Heel deze ontsteltenis zou zich niet vertoond hebben, indien van overheidswege steeds aan de taalgelijkheid de hand was gehouden. Men zou dan in zoo'n bepaling als de gewraakte niets vreemds zien.
Zooals oud-minister Huysmans in Februari 1.1. in de ‘Volksgazet’ schreef: ‘Mijn stelling is, dat België bestaat uit twee taalgroepen en dat elke groep dezelfde rechten moet hebben .... in het buitenland moet de Vlaamsche beweging voorgesteld worden als een beweging, gegrond op een politiek, die gelijkheid wil en niets meer. Wij vragen geen voorrechten.’
‘Voorrechten’ lijken de verlangde rechten thans alleen, omdat ze den Vlamingen zoo lang onthouden zijn, dat men niet beter weet of het hoort zoo!