Belangstelling op Ceilon.
Een nieuw bewijs van de groote belangstelling der Dutch Burghers op Ceilon in hun geschiedenis - die ook Nederlandsche geschiedenis is - is de verschijning daar van een Engelsche vertaling van Joan Maatzuykers aanwijzingen van 27 Feb. 1650 voor zijn opvolger als landvoogd van Ceilon, Jacob van Kittensteyn. De heer E. Reimers, rijksarchivaris op Ceilon, heeft deze vertaling bezorgd; hij herinnert eraan, dat reeds negen soortgelijke gedenkschriften vertaald werden door Mevr. R.G. Anthonisz. Het boek van den heer Reimers is echter uitvoeriger dan de vorige, daar hij het oorspronkelijke Nederlandsch naast de vertaling geeft. De heer Reimers wijst erop, dat Maatzuykers instructies van bijzonder belang zijn als zijnde uit den tijd van de eerste Nederlandsche betrekkingen met Ceilon.
Ook de jeugd toont verblijdende belangstelling. Verleden jaar is als afdeeling van de Vereeniging van Dutch Burghers een ‘Young Dutch Burgher Comrades' Association’ (Vereeniging van jonge Dutch Burgher kameraden) opgericht, waarvan elke Nederlandsche afstammeling van 13 tot 25 jaar lid kan zijn. Veel aandacht schenkt deze vereeniging aan de studie van het Nederlandsch. Driemaal in de week worden lessen gegeven met goed gevolg; vele leden beginnen het taaleigen en de meest gebruikelijke uitdrukkingen reeds goed te kennen en groeten elkaar in het Nederlandsch, wanneer zij elkaar ontmoeten. Voor de eerste maal in de geschiedenis van de Dutch Burgher Union heeft een harer leden bij de zoogenaamde Cambridgeexamens Nederlandsch tot onderwerp van zijn opstel gekozen.
Met genoegen zien wij, dat de heer R.G. Anthonisz, aan wiens invloed zeer veel te danken is, dit jaar opnieuw tot voorzitter werd gekozen, al kon men - ondank s zijn hoogen leeftijd - niets anders verwachten.