De Slag op de Schelde.
De slag op de Schelde van 10 Juni is een goede studentengrap geweest, die de N. Rott. Ct. aanleiding gegeven heeft tot een gezapig verhaal en enkele Belgische bladen tot zwaarwichtige beschouwingen.
De Dietsche studenten hadden besloten, den heer Pierre Nothomb, die af en toe briefjes met onvervulbare wenschen op de Scheldeoevers komt plakken, een lesje te geven. Dien Zondag werd hij weer verwacht met een troepje van goed honderd getrouwen van de Ligue Maritime en de Jeunesses Nationales. De Dietsche studenten hem tegemoet, den bezem in den mast, gelijk de Hollanders van weleer, met het plan zijn smaldeel van jachten dien dag verder te begeleiden. Maar zooals Tromp Blake, zocht ‘De Schelde’ den vijandelijken vlootvoogd tevergeefs, daar de Nederlandsche douaneboot ‘Albatros’ hem reeds tegemoet gevaren was en beduid had, dat op zijn aanwezigheid in onze Nederlandsche wateren geen prijs werd gesteld. Zoo werden de slag en een roemrijke bladzijde in de Geschiedenis gemist. Indien echter de annexionistische heeren de les ter harte nemen, is aldus meer gewonnen dan verloren.
Studentikoze daden - om er het beste van te zeggen - zijn op studentikoze wijs beantwoord. Het is geen ‘stijl’ voor verstandige lieden en verraadt wel groote armoede aan argumenten, wanneer men geen beter middel weet, om zijn wenschen kenbaar te maken dan briefjes uitstrooien of op muren plakken. Dat hebben de Dietsche studenten even gezegd met het vereischte korreltje zout en daarmede zal de zaak wel als afgedaan kunnen worden beschouwd. De overheid heeft zich tot een beleidvol orde bewaren bepaald. Met groote woorden trachten een paar Belgisch-Fransche bladen zich een houding te geven, maar ‘wie hier 't schricklyckst swyght heeft allermeest geseyt.’ Het Algemeen Nederl. Verbond voor het geval aan te spreken, zooals een van die bladen doet, bewijst al te groote onbekendheid met de toestanden hier te lande.