Dietsche kantteekeningen.
Stambewustzijn en Stamslapheid.
Het stambewustzijn neemt onmiskenbaar toe onder de Nederlanders te Londen. De Vereeniging ‘Neerlandia’ bijv. zag, naar in de onlangs gehouden jaarvergadering bleek, haar ledental in 1927 met bijna 50 pCt. vermeerderd.
Een ander voorbeeld is het mooie werk, dat de Christelijke Nederlandsche Zeemansbond te Londen voor Nederlandsche zeelieden verricht. In hoofdzaak is dat de taak, die de Nederlandsche zendeling, de heer M. Brinksma, met zooveel toewijding vervult. Hij bezocht geregeld alle Nederlandsche booten, welke Londen aandoen, de geregelde zoowel als die in de wilde vaart, welke worden opgespoord. Aan de Nederlandsche gezinnen daar aan boord worden tijdschriften verstrekt en thans is de bond bezig een boekerij voor zulke booten aan te leggen. Ook begeleidde hij zeelieden, die de stad wilden zien. Bijzonder verdienstelijk maakt zich voorts de heer J.P.C. Meeuwse, leider van het ‘Muziek Ensemble’, die elke week pakken leesstof voor het zeemanshuis van den Bond overbrengt. In het geheel zijn verleden jaar aan 6000 Nederlandsche schepelingen ongeveer 8000 verluchte en andere bladen uitgedeeld en 200 boeken te leen gegeven. Het Tehuis werd door 400 Nederlandsche zeelieden bezocht, aan 25 werd hulp verleend in hospitalen en gevangenissen en een honderdtal zeelieden met hun families werd door een gids vergezeld bij hun bezoeken aan de stad. Het adres van den penningmeester van den Chr. Ned. Zeemansbond, den heer S.J. Kanaar is: 41 Mincing Lane, London E.C. 3.
Reeds sedert jaren wordt bij andere volken (de Duitschers bijv.!) het saamhoorigheidsgevoel stelselmatig met zoo goede gevolgen bevorderd, dat wij ons gelukkig mogen rekenen, dat dit werk ook door Nederlanders ernstiger ter hand worden genomen.
Bij velen blijft nochtans het stambewustzijn jammerlijk slap.
Wij lezen in De Kampioen, orgaan van den A.N.W.B., Toeristenbond voor Nederland, dat deze bond van de Belgische regeering verkregen heeft, dat ter gelegenheid van den voetbalwedstrijd op 1 April, auto-rijders een ‘cornet de séjour’ konden verkrijgen, om aldus van tijdroovende plichtplegingen aan de grens te worden vrijgesteld.
Om dit te bereiken heeft de A.N.W.B. evenals het vorig jaar gebruik gemaakt van de bemiddeling der zeer Franschgepeperde Touring Club de Belgique, blijkbaar met voorbijgaan van de groote en bloeiende zustervereeniging, den Vlaamschen Toeristenbond. De A.N.W.B. schijnt wijlen zijn leidsman Lugard, die als trouw lid van het Algemeen Nederlandsch Verbond bekend stond, wel heel spoedig vergeten te zijn. Gevolg: cornet de séjour. Met welke flauwe verontschuldiging zullen de heeren dat nu weer trachten goed te praten? - Och ja, zeg het maar: De Vlaamsche Toeristenbond - dat zijn maar Vlamingen!