Dietsche kantteekeningen.
Nederlandsche kunst te Londen.
Prof. P. Geyls voortreffelijke Engelsche vertaling van het ‘Abele Spel van Lanceloet van Denemarken’ is te Londen voor de tweede maal gespeeld. De volle beteekenis hiervan begrijpt alleen, wie weet, hoe vast het Londensche kunstleven geboeid ligt in overlevering en sleur. Een paar jaren geleden heeft Jac. T. Greins ‘International Play Society’ deze ketenen op zij weten te schuiven en den Lancelot in St. George's Hall vertoond. Dezer dagen speelde een begaafde kleine troep Geyls vertaling in het aardige primitieve zaaltje ‘Playroom Six’ nabij Cambridge Circus; het bleef daar drie weken op het spee-l plan.
De Londensche briefschrijvers der Nederlandsche bladen schreven over deze voorstelling, waarin vooral de Sanderijn van Hilda Maud goed voldeed. Zelfs groote Engelsche bladen hebben zich verwaardigd verslag te geven. De beroemde G.K. Chesterton heeft een der voorstellingen bijgewoond en een toespraak gehouden. ‘Naam’ is in Londen alles.
Prof. Geyl heeft, naar men zich zal herinneren, ook ‘Beatrijs’, prof. Harry Morgan Ayres het ‘spel van Esmoreit’, en ‘Marieken van Nimwegen’, in het Engelsch overgezet. De letterkundige beoordeelaars der groote bladen, die wat vrijer tegenover de Engelsche behoudzucht staan dan de tooneelcritici, hebben toen veel waardeerends gezegd. De Times noemde het alle drie bekoorlijke boekjes; wijlen prof. W.P. Ker schreef, dat Geyls vertaling den wondervollen middeleeuwschen geest uitnemend bewaard had; volkomen in denzelfden toon schreef de Manch. Guardian. Ook van ‘Marieken van Nimwegen’ werd erkend, dat het als dramatisch werk niet verouderd is.
De heer Geyl, die als hoogleeraar in de Nederlandsche geschiedenis en instellingen in de voorlinie staat, verricht met deze vertalingen, welker gevoelige juistheid algemeen wordt geroemd, bijzonder verdienstelijk werk. Men kent in Engeland onze schilders, onze geleerden, scheepvaarders, koloniale voortrekkers, maar is van de Nederlandsche en Vlaamsche letterkunde over het algemeen slecht op de hoogte. Met den Haagschen uitgever Martinus Nijhoff, die de genoemde boekjes heeft uitgegeven, hopen wij, dat dit verkeeren zal en dat het genoemde drietal door steeds meer andere zal worden gevolgd.