De voornaamste beroepen, waarin Nederlanders in Denemarken werkzaam zijn, zijn: kooplieden (bloembollen, kunstboter, sigaren) en arbeiders (brandkasten en sigaren), eenige weinige journalisten en studenten. De samenstelling der Nederlandsche kolonie is sterk afwisselend. In het hotel d'Angleterre is iederen Maandag een Nederlandsche noentafel, die er toe bijdraagt, dat de Nederlanders in Denemarken hun Nederlandsch karakter bewaren, ook doordat daar steeds Nederlanders komen, die voor een kort bezoek uit Nederland in Kopenhagen zijn.
In de meerderheid der Nederlandsche gezinnen wordt zoowel Nederlandsch als Deensch gesproken, behalve in arbeiderskringen, waarin Deensch overheerschend is. De kolonie is te klein, dan dat Nederlandsch onderwijs eenige kans van slagen zou hebben.
Een groep van Nederlanders te Kopenhagen heeft een tiental jaren geleden aan de Koninklijke bibliotheek een verzameling nieuwe Nederlandsche letterkunde aangeboden, die toegankelijk is voor Nederlanders en Denen, die belang stellen in Nederlandsche taal en letterkunde. Deze verzameling wordt o.a. door Deensche studenten geraadpleegd, en het is zeer wenschelijk, haar uit te breiden.
Het consulaat-generaal beschikt over een zeer beperkt aantal handboeken met inlichtingen over den Nederlandschen handel, nijverheid enz. Voor de bevordering van den Nederlandschen handel is het wenschelijk, dat Nederlandsche uitgevers het voorbeeld van hun Deensche collega's volgen en hun uitgaven op dit gebied aan de Nederlandsche consulaten zenden.
Van de radio, een ander middel tot het bewaren van den band tusschen Nederland en de Nederlanders in den vreemde, wordt in Nederland nog niet voldoende partij getrokken. Indien men in Kopenhagen Hilversum even goed kon hooren als Londen en Parijs, zou dit het beoogde doel meer bevorderen dan een groote boekerij.