Groepsraadsvergadering.
10 September hield Groep Nederland een vergadering in het Kurhaus te Scheveningen onder voorzitterschap van prof. dr. A.A. van Schelven.
Vertegenwoordigd waren de volgende afdeelingen: Alkmaar, Amersfoort, Amsterdam, 't Gooi, 's-Gravenhage, Jongeliedenafd. 's-Gravenhage, 's-Hertogenbosch, Maastricht, Rotterdam, Utrecht, Wageningen en Zaanstreek, 25 stemmen uitbrengend.
In zijn openingsrede betreurde de voorzitter de houding der Regeering in zake den Begroetingsdag te Breda, blijkend uit het antwoord van den Min. van Binnenlandsche Zaken op de vragen van den heer Van Gijn en drukte hij mede zijn teleurstelling uit over het feit dat in de Staten-Generaal niet is geinterpelleerd over het herhaald optreden van zekere elementen uit België, o.a. ‘le brillant officier’, die uit een vliegtuig briefjes strooide.
De vergadering deelde deze teleurstelling en verzocht het bestuur een onderzoek in te stellen naar de feiten, te Breda en Roosendaal voorgevallen, daar het haar aandacht trok, dat blijkens het antwoord van den Minister van Binnenlandsche Zaken in elk geval een onwelwillende houding is aangenomen tegenover een vergadering van stamverwanten. Tevens noodigde zij het Groepsbestuur uit om de noodige stappen te doen, indien daartoe aanleiding zou zijn.
In de open plaatsen in het bestuur werd als volgt voorzien: Gekozen tot secretaris: Mr. W.J.L. van Es, tot penningmeester Mr. F.J.M. Tonio, Haarlem; tot lid J.N. Pattist, Den Haag, aftredend.
De bespreking van werkzaamheden der afdeelingen in den komenden winter, de herinrichting der groep en het opwekken der slapende afdeelingen gaven tot uitvoerige beschouwingen aanleiding.
De voorzitter meende, dat de toestand ernstig is. Tal van afdeelingen slapen. Er kan meer leven komen, als bepaalde afdeelingen zich met een bepaalde zaak belasten. De bedoeling is nu, dat het Groepsbestuur zal trachten een der afdeelingen in de groote steden in dezen winter krachtig vooruit te helpen, terwijl den afdeelingen o.a. wordt verzocht een commissie tegen de vreemde opschriften in te stellen, die in verband met de Olympiade wel veel werk zal krijgen. Bij de bespreking werden allerlei denkbeelden naar voren gebracht, o.a. het gezamenlijk optreden van afdeelingen, het samenwerken met andere lichamen bij het houden van avonden, zooals het Comité voor Indische lezingen of den Volkszangbond. Het Groepsbestuur zou nader plannen uitwerken.
Mevr. Veen - Brons uit Zaandam voerde het woord over het door haar ingesteld onderzoek naar het aanleeren der volksliederen op de lagere school, waarbij bleek, dat hierin geen vaste lijn is en dat op sommige scholen in Zaandam de volksliederen niet geleerd worden, zoo dat een deel der jeugd opgroeit zonder deze liederen te kennen. Een levendige bespreking volgde,