Geestdrift te Weenen.
In de Post (Leiden) van 24 Juni schetste V.H., met welk een geestdrift de Nederlandsche deelnemers aan den tweeden internationalen Gezellendag te Weenen op het Pinksterfeest zijn verwelkomd en begroet.
Nauwelijks had de algemeene secretaris, dr. Joh. Natterman, de Nederlanders, kenbaar aan de oranje-kokarde, waarop het insigne der St. Josephs-Gezellen was gehecht, van verre gezien, of hij kwam tot de ‘Freunde aus Holland’ en voerde ons de zaal door naar voren. Aan onze Gezellen werd een plaats ingeruimd op de treden van het ruime podium, terwijl de Eerw. Presidenten werden uitgenoodigd plaats te nemen op de eerste rij naast Z.Em. Kardinaal Pirrl, den Bondskanselier Mgr. Dr. Seipel en den Oostenrijkschen Monsignore.
Toen in de openingsrede van den alg. voorzitter, Mgr. Hürth, de beurt der begroeting aan Nederland kwam, braken overweldigende toejuichingen los, aangroeiend tot een ovatie, waarbij het ‘Hoch Holland!’ van alle kanten werd herhaald.
Ook weer bij den grooten optocht op Pinkster-Maandag door de straten van Weenen stond geen enkele groep zóó in het brandpunt der belangstelling of werd zoo levendig toegejuicht als de Nederlandsche.
De bevolking van Weenen heeft opnieuw getoond, de mooie deugd der dankbaarheid te bezitten. En zij, die in Nederland tijdens en na den wereldoorlog zich het lot der noodlijdenden in het buitenland, in het bijzonder in Oostenrijk, aantrokken, kunnen ook weer uit de ontvangst der Sint Josephsgezellen te Weenen met voldoening zien, hoe veel zij daarmee voor Nederlands naam in den vreemde hebben gedaan.