Punt XI. Mededeelingen ter kennisneming o.m.
Aan H.K.H. Prinses Juliana is een telegram van gelukwensch met haar 18den verjaardag gezonden.
Dankbetuiging van Dr. J.Th. de Visser voor de hem betoonde waardeering en den eerepenning vanwege het A.N.V.
Dankbetuiging van den heer Omer Wattez te Brussel voor den gelukwensch, hem aangeboden op zijn 70sten verjaardag.
Dankbetuiging van de Sekretaris der Eksamenkommissie van die Saamwerk-Unie te Pietermaritsburg voor de beschikbaarstelling van £ 5.- voor boekprijzen.
Voor 1926 is de rente van het legaat-Mej. v.d. Linden (groot ongeveer f 450.-) beschikbaar gesteld voor 3 pleegzusters van het Zuidafrikaansch Hospitaal en Diaconessenhuis, die in Utrecht haar opleiding komen voltooien.
13 Februari 1927 had te Brussel een bijeenkomst plaats van voorzitter, ondervoorzitter en administrateur met afgevaardigden van de Vlaamsche Groeps- en Afdeelingsbesturen.
Bericht van het Bestuur van Groep Ned. Indië, dat als voorzitter van deze Groep is opgetreden Prof. Mr. A.H.M.J. van Kan.
Ingekomen is de rekening en verantwoording van de Boekencommissie, in uitgaaf en ontvangst bedragend f 4378.11, met een batig slot van f 159.11.
Ingevolge opdracht van het Hoofdbestuur heeft het Dag. Bestuur een commissie benoemd, bestaande uit de heeren P.J. de Kanter, voorzitter, Dr. E. Blanquaert, Dr. H.J.E. Endepols, Dr. L. Grootaers, Dr. G.G. Kloeke, Marc. Stijns, Dr. J.B. Schepers, welke commissie het Hoofdbestuur van raad zal dienen over de vraag, of het gewenscht is, dat de streektalen (dialecten) in Nederland en Vlaanderen in stand worden gehouden en zoo ja, welke middelen kunnen worden aangewend, om verdwijning te voorkomen; in het bijzonder is hierbij gedacht aan het aanleggen van dialektische fonogrammen, waardoor men een beeld krijgt van de streektalen uit het begin der 20ste eeuw.
De voorzitter licht de bedoeling nog nader toe. Dr. Endepols te Maastricht, de voorsteller, wil de grammofoonplaten in den handel gebracht zien en van elk een paar in het archief van het A.N.V. bewaren.
De heer Oudendijk wijst op wat ten opzichte van het behoud der streektalen in sommige streken in Duitschland gebeurt, waar sommige vakken als b.v. geschiedenis in het plaatselijk dialect mogen worden onderwezen, om daardoor dieper in den geest der kinderen door te dringen.
De voorzitter deelt vervolgens nog mede, dat de heer L.L.W. van Soest door het Dietsch Studenten Verbond wederom is benoemd als raadgevend lid in het Hoofdbestuur van het A.N.V. en dankt dezen, dat hij zich weer beschikbaar heeft gesteld; voorts dat de heer Bosman plotseling naar Zuid-Afrika is geroepen en dus een nieuw raadgevend lid voor dit gebied moet benoemd worden.
De heer Oudendijk beveelt aan den Afrikaanschen student B. Roode, die, kort geleden voor de Afdeeling 's-Gravenhage sprekend, zich als een goed Afrikaner heeft doen kennen.
Besloten wordt dezen uit te noodigen.
De heer Oudendijk vraagt, hoe het staat met het plan tot uitgaaf van een geschiedenisboek over den Nederlandschen stam.
De voorzitter deelt mede, dat hij hierover een onderhoud heeft gehad met prof. Geyl, die bereid is de niet gemakkelijke taak op zich te nemen.
Aan een uitgave door het A.N.V. valt echter niet te denken. Daarmee zou te veel geld en risico gemoeid zijn.
Daarom wordt getracht een uitgever voor het plan te winnen. Alsdan kunnen wij met hem overleg plegen, opdat de naam van het A.N.V. aan de uitgaaf verbonden wordt.
***