Volkszang.
De Haagsche Afdeeling der Nederlandsche Vereeniging voor den Volkszang heeft den 15den Maart haar 100sten grooten zangavond gegeven in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen. Dat was een feestavond! Tal van overheidspersonen gaven door hunne aanwezigheid een bemoedigend teeken van belangstelling in het mooie doel der vereeniging: Z.Exc. Mr. M.A.M. Waszink, Min. v. Ond. K. en W.; Z.Exc. M.H. van der Vegte, Min v. Waterst.; ons Eerelid, de Oud-Minister Dr. J.Th. de Visser en onze Algemeene Voorzitter, de heer P.J. de Kanter. Het ruim 2200 plaatsen tellende gebouw was geheel en al uitverkocht. Dit schoone succes is in de eerste plaats te danken aan de groote bezieling, die uitgaat van den bekenden strijder voor het Nederlandsche lied, Arnold Spoel, die nagenoeg alle 100 groote avonden, welke de afdeeling achter den rug heeft, heeft geleid. Geen wonder dan ook, dat naast de hulde, die aan het bestuur der feestvierende afdeeling werd gebracht, een zeer bijzondere huldiging van Arnold Spoel namens de leden der vereeniging en andere belangstellenden plaats vond. Ook was het geen wonder, dat het bestuur der Haagsche Afdeelingen van het A.N.V. den avond niet onopgemerkt heeft laten voorbijgaan. Een afvaardiging van dat A.N.V.-bestuur bood den voorzitter der feestvierende Volkszangafdeeling, den heer Kingma, een groot bloemstuk aan. De ondergeteekende wees er meteenigen trots op, dat in 1914 de afdeeling van ‘Volkszang’ is opgericht met steun en medewerking van, de Haagsche afdeeling van het A.N.V., want de verbreiding van het Nederlandsche lied behoort tot hetgeen het A.N.V. in zijn vaandel schrijft. Nu heeft de Haagsche afdeeling aan de verdere schitterende ontwikkeling van haar ‘dochter’ (?)-vereeniging ‘Volkszang’ natuurlijk geen deel gehad; maar toen ik op den feestavond die stampvolle zaal zag, met menschen uit alle standen, die gezamenlijk onder Spoels leiding frisch en bezield het eene
mooie eigen lied na het andere zongen, toen voelde ik weer, dat het van ons toenmalig afdeelingsbestuur een goed werk was geweest: de behulpzame hand te bieden bij de oprichting van een afdeeling der Ned. Ver. voor den Volkszang. En zoo rijst de vraag bij mij, of andere A.N.V.-afdeelingen dat voorbeeld niet zouden kunnen volgen. Het is dankbaar werk: is de afdeeling van Volkszang eenmaal tot stand gebracht, waartoe de A.N.V.-afdeeling zich behalve het werk misschien ook eenige kosten (bijv. zaalhuur voor den eersten avond) zal moeten getroosten, dan zal alle verdere arbeid aan het Volkszangbestuur moeten worden overgelaten; maar de A.N.V.-afdeeling heeft iets goeds verricht.
K.E.O.
Leden, werft Leden!